Review: Controversy (1981)
Ingeklemd tussen giganten Dirty Mind en 1999, is Controversy met regelmaat een vergeten album in Prince’ oeuvre. Hoe essentieel zijn de nummers op deze vierde plaat nu echt? Tijd voor een frisse blik.
EK: “Album nummer vier in vier jaar. Prince heeft ook in het begin van zijn carrière vrijwel niet stil gezeten. Het mooie van het achter elkaar beluisteren van het werk ut deze periode, is dat je het op de eerste drie albums letterlijk met sprongen vooruit hoort gaat. Op Controversy is de stap vooruit voor het eerst minder groot. Op de plaat continueert Prince gewoon nog even wat hij sinds 1978 heeft opgebouwd.”
MK: “Ben ik deels met je eens. Vergeleken met de eerste twee albums is het natuurlijk een enorm verschil. Al is dat niet eerlijk, want Dirty Mind is waar Prince echt zijn vorm begon te vinden. Toch vind ik ook Controversy vergeleken met Dirty Mind best een stap vooruit. Hier laat hij echt zijn drang naar experimenteren voor het eerst horen, en hier begint hij echt zijn geluid te vinden dat op de volgende plaat vervolmaakt zal worden. Ja, het is gelikter en geproduceerder, maar dat kan ook niet anders als je het met Dirty Mind vergelijkt, dat natuurlijk eigenlijk een verzameling demo’s was.”
EK: “Live is het overigens een heel ander verhaal. Bootleg-opnames van de Controversy-tour behoren tot mijn favorieten, omdat de aan een punk-attitude gekoppelde gretigheid die van de optredens uitgaat zo’n 35 jaar later nog geen spatje energie verloren is gegaan. Die gretigheid mis ik een beetje in het daadwerkelijke album, dat wel zijn onmiskenbare hoogtepunten kent.”
MK: “En dat ben ik dan wél volledig met je eens. Vind ik overigens vaak het euvel met Prince hoor, dat de energie er live van af spat, maar op plaat braaf of te vlak klinkt. Er zijn veel nummers die ik live stukken beter vind dan op plaat, nummers die op plaat niet favoriet zijn, maar live wel. Of die ik juist live zou willen horen. Maar ik dwaal af…”
EK: “Eerste hoogtepunt is de titeltrack uiteraard. Die laat ook de gehaaide Prince horen, want hij doet het voorkomen alsof de hele wereld van alles over hem aan het roddelen is.
‘I just can’t believe all the things people say (Controversy)
Am I black or white? Am I straight or gay?’
Nu viel dat in deze fase van zijn carrière volgens mij nog best mee. Op zijn best was hij een cultfenomeen op het moment dat Controversy verscheen, niet dé grote ster waar de roddelbladen mee volstonden. Juist door er nu zelf de nadruk op te leggen, groeit het enigma (dat hij bovendien daarvoor zelf volledig doelbewust heeft gecreëerd) alleen maar.”
MK: “Ik vind dat dus meesterlijk. Typisch Prince, iedereen op een dwaalspoor brengen. Nu denk ik wel dat mensen hem niet konden plaatsen hoor, dat er wel degelijk veel twijfel was of hij zwart of blank is, hetero of homo, met zijn gestraighte punky haar, lichtbruine huid en bikinislip en kousen.”
EK: “Neemt niet weg dat Controversy zeker de eerste vijf minuten een verbluffende track is. Een essentieel Prince-nummer en absoluut een van mijn favoriete tracks uit de volledige catalogus Nog steeds. Van de manier waarop de verschillende stemlagen een bijna mechanisch geheel vormen in de coupletten, tot het pulserende ritme dat de track vooruit stuwt en van de funky gitaar die zich organisch verstrengelt met de toetsenpartijen tot de plotsklaps ingelaste declamatie van het Onze Vader. Mijn favoriete stukje is de gil nadat Prince na net iets meer dan twee minuten speeltijd ‘do you wanna play’ fluistert.”
MK: Heb ik niks aan toe te voegen, voor mij is dit ook een van de meest essentiële tracks die hij ooit heeft gemaakt. Echt briljant. Naast de elementen die jij noemt, vind ik persoonlijk ook een klein dingetje als de ‘oempf’ die je hem hoort uitstoten op de vierde tel geweldig. Het geeft de beat echt een extra venijnig karakter.”
EK: Tegen het eind verliest het nummer voor mij iets aan kracht tijdens het ‘People call me rude, I wish we all were nude’ geheel, waar gek genoeg amper enige passie uit spreekt. Het wordt bijna apathisch gezongen.”
MK: “Dat heb ik dus niet. Nou ja, de voordracht is inderdaad wat vlak, maar inhoudelijk vind ik het persoonlijk hét antwoord op de vragen die worden gesteld over zijn ras, geaardheid, en of hij wel in God of alleen in zichzelf gelooft. Het Onze Vader is daar deels een antwoord op, hij blijkt dus inderdaad een Godvrezend man te zijn, maar de ‘rap’ die hij brengt, vat wel samen waar hij voor staat: het kan wel zijn dat je me grof vindt, maar ik zou willen dat we naakt waren, dat er geen blank of zwart was en vooral geen regels bestonden. Dat statement brengt hij meteen in de praktijk in het volgende nummer.”
EK: Ja, het gejaagde Sexuality laat horen hoe het wel moet. Prince zingt gruizig en spuugt de boodschap bijna de speakers uit: ‘We don’t need no segregation, we don’t need no race’. Het grappige van dit nummer is dat je door de titel en de manier waarop het nummer start aanvankelijk denkt dat je met een soort tweede Sister te maken hebt, maar Prince heeft in de track een heldere boodschap te verkondigen die hij ook in latere jaren steeds weer naar voren brengt. ‘New age revelation, I think we got a case’, in feite is de boodschap de voorloper van de New Power Soul die hij vooral op Lovesexy naar voren duwt.”
MK: “Ja precies! Het is een interessant partijprogramma; we hebben alleen seksualiteit nodig. Neuken als antwoord op de boze buitenwereld waarin we leven -toendertijd bomvol (no pun intended) nucleaire dreiging. Ik vind Sexuality een interessante track in dat kader, net als Ronnie, Talk To Russia is het upbeat en uptempo, en spreekt er een eerste obsessie met de apocalyps uit, en dat je dan maar beter dansend en vrijend ten onder kan gaan. En het borduurt voort op Uptown, Prince’ beschrijving van zijn eigen ideale wereld. Sexuality is alles wat je daar nodig hebt.”
EK: “Tragisch genoeg beschrijft Prince in 1981 ook al de wereld die alleen maar erger is geworden in de 35 jaren die volgden:
‘We live in a world overrun by tourists
Tourists, 89 flowers on their back
inventors of the accu-jack
They look at life through a pocket camera, what? No flash again?’
Vervang de pocket camera door de smartphone en je bent in 2016 aanbeland. Muzikaal is Sexuality lekker funky, maar er gebeurt te weinig om het écht memorabel te maken.
Op Do Me, Baby gebeurt dan weer genoeg. Een klassieker, een Prince-ballade zoals alleen hij ze kan maken, hoewel hij het naar verluidt niet zelf heeft geschreven (de track zou van André Cymone zijn). Piepend, hijgend en krijsend bedrijft hij muzikaal de liefde, terwijl de muziek stoïcijns doorspeelt op hetzelfde tempo. Prachtig vind ik ook als na een minuut of vier de climax is bereikt, het tempo wel terug gaat en het nummer nog enige tijd naar zijn einde zweeft. Dat rare synthgeluid op het eind vind ik overigens jammer. Alsof er een ballon leegloopt en door de kamer wegfladdert. Zonde.”
MK: “Dat valt me eigenlijk nu pas op, haha. Maar ik kan Do Me, Baby niet beter beschrijven. Inderdaad een echt Prince-iaanse ballad. Wat ik er het allermooist aan vind, is dat hij niet de liefde bedrijft. Als je goed luistert, hoor je dat het over onaneren gaat. Hij speelt met zichzelf nadat hij vraagt ‘Are you just gonna sit there and watch? OK…’ Muzikaal hoor je dat de climax nadert, Prince zegt ‘Help me, yeah, right there…’, en zijn bedpartner helpt Prince aan zijn orgasme. Die laatste twee minuten zijn letterlijk en figuurlijk naspel. Geniaal gedaan.”
EK: “Private Joy is wat mij betreft een wegwerpliedje. Poppy, catchy ook. Maar enorm gedateerd en als liedje domweg niet goed genoeg om te blijven hangen, zoals de perfecte pop van When You Were Mine dat wel was. Het enige memorabele aan de track is de vuige gitaarsolo op het eind. Die is dan ook vele jaren later hergebruikt als sample op het Come-album.”
MK: “Ik wil daar nog aan toevoegen dat ik de lyrics wel memorabel vind. Maar niet echt op een positieve manier. Ze zijn een beetje creepy, Prince die vrolijk zingt over zijn eigen, geheime ‘pretty toy’, die moet zeggen dat -als ze er om vragen- ‘belongs to Prince’. Een meisje letterlijk als object, voor zijn eigen genot, tja. Een beetje als Big Tall Wall, dat hij een paar jaar later zou schrijven, waarin hij letterlijk een muur om zijn lief zou willen bouwen zodat ze niet bij hem weg kan. Maar goed, Private Joy is verder inderdaad te wegwerp.”
EK: “Prince kan veel. Heel veel. Maar een echt goed protestlied schrijven, is niet iets waar hij in uitblinkt. Natuurlijk zijn er geslaagde voorbeelden, dat kan ook bijna niet anders als je zo’n enorme catalogus aan materiaal hebt. Maar de meeste pogingen slaan de plank mis. Zo ook Ronnie, Talk to Russia. Uiteraard was de Koude Oorlog begin jaren ’80 op zijn hoogtepunt en was iedereen bang voor de bom. Maar alleen de boodschap ‘ga jij eens even praten met Rusland voordat ze de wereld opblazen’ is wel erg makkelijk.”
MK: “Ja, vind ik ook. Dit stelt weinig voor, een dergelijke boodschap maakt natuurlijk geen indruk. Nu vind ik hem nooit echt goed (geweest) in politiek en maatschappijkritiek hoor. Maar ik zei al eerder, dit nummer is op zich interessant omdat hij eigenlijk op dit album een paar eerste studietjes laat horen van hoe hij met een dergelijke nucleaire dreiging omgaat: dansen, dansen, vrijen en dansen, tot de wereld vergaat. Als is dit inderdaad natuurlijk wat al te simplistisch.”
EK: Let’s Work dan. Een voorbeeld van een track die bij mij live (of het nu op een bootleg is of tijdens een daadwerkelijk concert) voor kippenvel zorgt. Deze studioversie doet me echter helemaal niks. De langere versie die op single is uitgebracht (Dance Remix) bevat nog wel een tof stukje gitaar, maar is mij verder ook te rommelig. Dit nummer verdient meer dan deze uitvoering, wat mij betreft.”
MK: “Ja? Ik vind het een zalig nummer. Niet de meest essentiële Prince track die er is, nee. Maar laten we wel wezen: dit is de Prince-sound waar The Time op gestoeld is, en waar Mark Ronson de mosterd vandaan haalde voor Uptown Funk. Moddervette funk, in een typisch Minneapolis Sound-jasje, met de blazers gespeeld door synths. Tuurlijk, live beklijft het veel meer, maar Let’s Work is voor nu juist niet een van de voorbeelden van nummers die op plaat niet hebben wat ze live wél hebben.”
EK: “Velen vinden Annie Christian maar lastig om doorheen te komen. Maar luister het eens met een koptelefoon op, het is een ingenieus werkje. Niet alleen hebben we hier te maken met een politieke tekst die de onrust van begin jaren ’80 wél weet te vangen, het zit muzikaal ook fantastisch in elkaar. Je zou het bijna niet merken met Prince’ stem zo prominent op de voorgrond, maar er zit een bijna Kraftwerkiaans ritme onder, met spanende synthpartijen. Onderwijl jankt, woelt, krijst en ragt Prince’ gitaar als een soort continue tweede stem daar dwars doorheen. Erg goed gedaan en hoewel het zeker geen track is die je op repeat wil zetten, is het wat mij betreft een hoogtepunt op Controversy. “
MK: “Voor mij ook. Absoluut een van de betere Prince tracks ooit. En zeker een van de meest creepy liedjes uit zijn oeuvre. Niet alleen raakt hij nu wel de essentie in zijn maatschappijkritiek, ik vind het ook een geniale vondst om de duivel, de anti-christen letterlijk een naam te geven. Zeg maar de donkere tegenstelling van de (goddelijke) bedwelming ‘Anna Stesia’, van Lovesexy. Ik krijg er altijd een beetje de rillingen van, van dit nummer, zo bezeten als hij klinkt. Met de huilende gitaar, huiveringwekkende muziek en onheilspellende voordracht grijpt Annie Christian me bij de keel. Gelukkig eindigt het album lekker licht.”
EK: “Ja. Met Jack U Off is het nog even een minuut of drie freewheelen naar de finish. Een geinig rock ’n roll melodietje, wederom met een glansrol voor de gitaar als je daar eens goed op let. De tekst gaat over masturbatie en lijkt er vooral een te zijn in de categorie ‘die seksuele handeling moeten we ook nog even afvinken’. Prince doet dat met een kwinkslag en die humor maakt dat het nummer alsnog een voldoende krijgt.”
MK: “Sterker, ik vind het een verrassende afsluiter. Gaat hij in het eerste nummer van het album in op de verwarring die hij al dan niet heeft gezaaid -waarop hij ook direct duidelijk antwoord geeft waarvoor hij staat: God en liefde/seks, in Jack U Off werpt hij weer zand in de ogen van zijn luisteraars. Het gaat inderdaad over masturbatie, maar wacht even, hij zingt tegen een ‘jij’, die hij (Prince) wel even zal aftrekken, achterin de bioscoopzaal bijvoorbeeld. Eh, huh, wat? Is hij dan toch…? Dat is dan ook wel het enige sterke aan Jack U Off, vind ik.”
EK: “Geen hoogvlieger echter, wat mij betreft, maar wel prima afsluiter van een album dat op zichzelf wel heel erg goed is en als album ook perfect in balans is, maar die voor het eerst niet zo’n heel grote stap voorwaarts zet.”
MK: “Dat ben ik deels eens dus. Ik vind het wel een goede stap voorwaarts, maar helaas staan er net even te veel opvullertjes op. Toch is Controversy een mooie brug naar zijn opvolger, waar de thema’s die Prince hier uitprobeert, vervolmaakt zullen worden.”
Essentiële tracks: Controversy, Do Me, Baby, Annie Christian, Let’s Work [MK]
Waardering: ****
Prince – Controversy (1981)
- Controversy (07:14)
- Sexuality (04:20)
- Do Me, Baby (07:47)
- Private Joy (04:25)
- Ronnie, Talk to Russia (01:48)
- Let’s Work (03:57)
- Annie Christian (04:21)
- Jack U Off (03:12)