Review: 1999 (1982)

1999 kondigde in 1982 de paarse zondvloed aan. Er was met dit overrompelende werk geen twijfel meer mogelijk, Prince zou één van de grootste sterren van zijn generatie worden. Het album blijft iconisch en is een favoriet van velen. Hoe kijken Klopper en Kruize tegen de eerste dubbel-LP in Prince’ oeuvre aan?

MK: “Goed, ik ga me meteen al even indekken: ik vind 1999 best een lastige om objectief te reviewen. Met deze plaat is namelijk mijn fascinatie voor Prince’ muziek begonnen. Met dank aan mijn buurmeisje, die het destijds keer na keer op zo’n volume draaide, dat ik bijna ieder woord kon horen. Niet dat ik toen zo goed Engels sprak, maar toch… Nadat ik haar had gevraagd wat ze nou telkens luisterde, gaf ze me een dag later een cassette waar ze 1999 had opgenomen. En de rest, zoals dat dan zo mooi heet, is geschiedenis. Al vond ik het stiekem wel jammer dat Prince een album later echt doorbrak; het was iets dat ik voor mijn gevoel alleen ik kende, en daarna werd Prince van iedereen.”

EK: “Bij mij zit de liefde niet zo diep, heb er ook een andere geschiedenis mee. 1999 is in het begin van mijn Prince-collectie altijd een gemankeerd album geweest. Mijn ouders vonden die hele Prince maar niks, maar toen ik midden jaren ’80 toch bovengemiddeld geïnteresseerd bleef, kochten ze als verjaardagscadeau 1999 voor me. Die was echter uit als dubbel-LP en als enkele. Die laatste kochten ze voor me. Lief, maar met slechts zeven nummers niet de volledige versie van het album. Ik geloof niet dat ze doorhadden dat ik wat teleurgesteld was. Toen kwam snel daarna de cd in huis. Daar bleek vanwege de toenmalige maximale speelduur van cd’s D.M.S.R. niet op te staan. Uiteindelijk kwam pas eind jaren ’80 de dubbel-LP in de collectie met daarop wel alle elf de tracks die het volledige 1999 vormen. Het maakt dat 1999 misschien wel het album is waar ik persoonlijk het minste mee heb. Terwijl het toch echt wel een sterke release is.’

MK: “Grappig, ik luisterde juist ademloos keer op keer naar die op het eerste gehoor vreemde plaat. Wat wás dit? Dit kende ik niet van Toppop, of van de radio. Dit was… ánders. To say the least. Maar het bleef hangen. Dat begon meteen al bij het titelnummer. De riff, de melodie, de stemmen die één voor één afzonderlijk en daarna samen een regel zongen (mooi ‘geleend’ van Sly & The Family Stone), de muziek, alles.

De dwingende melodie en riffs (die je later in andere nummers min of meer gerecycled terughoorde), de stuwende drums en Linn-drumsamples geven 1999 een onweerstaanbare groove. Met een typisch Prince-iaans thema dus: feesten op de rand van de vulkaan, met de apocalyps in het vooruitzicht. En voor mij absoluut een essentieel Prince nummer. Des te opvallender vind ik het dan ook dat hoe toegankelijk het ook klinkt in vergelijking met het meeste van zijn vroegere werk, dat het niet direct een hit werd. Pas nadat Warner het opnieuw uitbracht ná Little Red Corvette sloeg het pas aan.”

EK: “De titeltrack is zeker een klassieker, die met beide benen in de koude oorlog staat. Prince gebruikt inderdaad visioenen van het aangekondigde einde der tijden (wat begin jaren ’80 door veel onheilsprofeten in het jaar 2000 werd gezet) als metafoor voor wat er gebeurt als de bom ‘hier en nu’ zou vallen. Geen vreemd thema in die tijd, ook De Bom van Doe Maar stamt bijvoorbeeld uit 1982 en het eveneens over een atoomoorlog handelende 99 Luftballons van Nena ontstond in 1982.

Voor velen is deze eerste grote Nederlandse hit voor Prince nog steeds een feestnummer dat in geen enkele ‘greatest hits’-set van de man mag ontbreken. In die zin essentieel in zijn oeuvre, maar ik vind het inmiddels tamelijk gedateerd. Wel lollig dat de synthpartijen naar verluid de invloed waren voor Phil Collins’ Sussudio. Interessanter vind ik het feit dat de melodie door Prince later is hergebruikt voor Manic Monday, wat uiteindelijk bij The Bangles terecht kwam. Is me jarenlang niet opgevallen, maar als je het weet hoor je niets anders meer.”

MK: “Dat heb ik ook, haha. En gedateerd, tsja, vind ik wel meevallen eigenlijk. Ook al heb ik 1999 al zó vaak gehoord, zowel op plaat als live, ik blijf het een geweldig nummer vinden waarop ik niet anders kan dan inderdáád dansen of mijn leven er van afhangt, voordat het te laat is, voordat de wereld naar de klote gaat. Paaaarty! En je kunt simpelweg ook niet stil blijven zitten.”

EK:Little Red Corvette dan. Eveneens een instant klassieker en die vind ik anno 2016 minder gedateerd. Wat ik er vooral leuk aan vind is dat het op het eerste gehoor een prima popliedje is, met catchy refrein, prima gitaarsolo van Dez Dickerson om er een scherp en onderscheidend randje aan te geven. Maar wie tussen de regels door luistert hoort een behoorlijk schunnig liedje over een one night stand en ‘casual sex’. Had het er dik op gelegen, had het nummer nimmer zo’n hit geworden. Maar de klassieke status is meer dan verdiend.”

MK: “Zeker weten. Ik vind het zelfs een perfect popliedje. Schurkte When You Were Mine daar al dicht tegenaan, Little Red Corvette ís het. Nog steeds. Het zit meesterlijk in elkaar. Om het maar niet te hebben over de humor: ‘I guess I shouldn’t know by the way U parked your car sideways / I knew that it wouldn’t last.’ En wat schunnigheid betreft, wat dacht je van deze -tamelijk ranzige- regel:

‘I guess I must be dumb
‘Cause U had a pocket full of horses
Trojan -and some of them used.’

Ieuww! Maar ja, ‘it was Saturday night / I guess that makes it all right’, dus dan ga je er gewoon voor. Juist dat contrast tussen de subtiel-ranzige teksten en het perfecte poppy geluid (met typisch sonische trucjes met Prince signatuur) maakt Little Red Corvette voor mij briljant. En alleen Prince kan een vrouw vergelijken met een (te) snelle auto en seks beschrijven in auto-metaforen.”

EK: “Die autometafoor wordt voor Delirious wederom van stal gehaald. In feite is het daarmee letterlijk een vervolg op Little Red Corvette. Eenmaal bezig heeft Prince geen remmen meer en laat hij de dame in kwestie het stuur overnemen. Ondanks de inhoud die er niet om liegt, is het een lekker wegluisterend niemendalletje met een lichte rock ’n roll/rockabilly twist. Typisch een nummer dat live altijd heel goed uitpakt, maar wat mij betreft op de plaat een beetje dood slaat. Zelfs al past het perfect als derde track op het album. Niet voor niets is het album tot hier intact gelaten op de 1LP-versie.”

MK: “Eens. Naast de lyrics vol autometaforen (‘I gotta take a ride up and down your legs’) vind ik Delirious ik eigenlijk alleen interessant vanwege de aanstekelijke synth-lijntjes en Linn-drumcomputer gedomineerde beat. Leuk niemendalletje dat op de een of andere manier wel werkt tussen de rest van het materiaal.”

EK:’Excuse me, but I need a mouth like yours 2 help me forget the girl that just walked out my door’. Nee, Prince laat er op Let’s Pretend We’re Married bepaald geen gras over groeien. Wederom een nummer waar de seks er aan alle kanten vanaf druipt. De track is een schop tegen met name de puriteinse gedachte dat seks alleen binnen het huwelijk geconsumeerd dient te worden. Is Prince het niet mee eens. Waar hij op 1999 tot dit punt vooral in metaforen over seks aan het zingen was, windt hij er hier geen doekjes om. ‘I sincerely wanna fuck the taste out of your mouth’, klinkt het tegen het einde. Dus… In de bij het album gevoegde teksten is dat expliciete segmentje wel heel toevallig even weggevallen.”

MK: “In Let’s Pretend We’re Married haalt Prince muzikaal echter veel meer uit de kast, of beter: zijn drumcomputer. Het eerste nummer waar hij het experiment aangaat en een zalig stukje electropunk-funk aflevert. En het evenzo zalig uitspint naar bijna zeven-en-halve minuut. Waarom ook niet? Hitgevoelig materiaal en perfecte popliedjes kan hij al schrijven, zo bewees hij met Little Red Corvette. Nu is het tijd voor de volop freakende Prince. Die het hier echter nog niet te gek maakt, en het ondanks zich opeen stapelende synth partijen nog tamelijk licht en onschuldig houdt. Tot inderdaad dat regeltje dat jij net aanhaalt. Wat direct daarna in de rap weer wordt afgezwakt, want daarin verklaart hij ‘In love with God’ te zijn. Prince uit het boekje. Maar ook het eerste echte nummer op deze plaat waarin seks onverbloemd wordt beschreven -al is het hier nog niet zo pervers of shockerend als verderop.”

EK: “Ik zat als klein puberend jochie toch wel met rode oortjes te luisteren naar het ‘de smaak uit de mond neuken’, sapperdeflap, dat was me wat! D.M.S.R. vat volledig Prince’ drijfveren samen; dans, muziek, seks en romantiek. Dat werd vervolgens dus aanvankelijk van het album geknipt om het passend te maken voor cd. Onbegrijpelijk, ik vind het een essentieel nummer. Zal waarschijnlijk echt een lengtekwestie zijn geweest, want het nummer duurt ruim 8 minuten. Muzikaal blijft het echter uitermate aanstekelijk, de kale discofunk doet je onwillekeurig bewegen en de groove kan wat mij betreft uren doorgaan. Grappig dat het tekstvel in de LP ook weer wat boodschappen weglaat. In dit geval is het Prince die eens heel expliciet laat weten dat hij en niemand anders verantwoordelijk is voor het werk van protegés als The Time en Vanity 6:

’Jamie Starr’s a thief
It’s time 2 fix Ur clock
Vanity 6 is so sweet
Now U can all take a bite of my purple rock’

MK: “Oh ja, dat had ik eerlijk gezegd een beetje gemist. Goeie! Dat lijkt me dan ook de eerste keer dat de kleur paars in een officiële release opduikt? Ik dacht namelijk dat dit gebeurde met ‘purple high’ uit All The Critics Love U In New York.”

EK: “In de titeltrack zit natuurlijk ook al de zin ‘the sky was all purple’, maar dat is toch anders. Dit is volgens mij de eerste keer dat paars als gemoedstoestand opduikt inderdaad.”

MK: “Anyway, voor mij is D.M.S.R. eigenlijk niets meer dan een party anthem over de dingen die Prince drijft. Maar wel eentje dat inderdaad ongenadig funkt en een onweerstaanbare groove heeft, waar je als vanzelf op meebeweegt. Meer dan 8 minuten smerig lekkere funk. Waarbij je overigens goed kunt horen dat Prince veel naar Lennon heeft geluisterd. De echo in zijn vocalen echoën die van de twee jaar eerder vermoorde ex-Beatle. Hoe dan ook, D.M.S.R. is garantie voor een feestje, dat zeker live altijd uitmondde in een uitgebreide jam.”

EK: “Daar zeg je wat, die Lennon-connectie legde ik nooit eerder. Door naar de tweede LP. Ik ben altijd gefascineerd geweest door de foto die op de binnenhoes van deze LP zat. Prince in een door neon verlichte kamer, met een open (doch nummer gebruikte) doos verf en een volledig leeg tekenvel in zijn blote billen onder een dekentje. Wat wil hij in hemelsnaam uitstralen op die foto? Maar goed, Automatic opent hier. Met bijna negen en een halve minuut verreweg de langste track op het album dat toch al bol staat van de lange tracks, maar wat mij betreft ook de meest interessante. Zowel inhoudelijk (hoorden we Prince al eerder over SM zingen? Nee, toch?) als muzikaal. Van de puike baspartij tegen het eind, tot de gierende gitaar en de kakofonie aan stemmen die daar op volgt. Ik ontdek ruim 34 jaar na de originele release nog steeds van alles in dit nummer. Mijn absolute favoriet op 1999.”

MK:Automatic is ook één van mijn favorieten. Een stuk donkerder ook dan D.M.S.R. Niet alleen muzikaal, maar vooral ook thematisch. Je gaf het al aan, na fellatio (Head), masturbatie (Jack U Off) en zelfs incest (Sister) is het nu de beurt aan SM. Maar niet alleen fysieke pijn komt aan bod, ook mentale. Prince stelt zich op als slaaf, haast automatisch doet hij alles voor zijn geliefde, ook al weet hij dat ze hem pijn doet als ze hem verlaat. ‘Don’t torture me’, smeekt hij, maar dat doet ze toch. Tegen een achtergrond van onheilspellende synths, gekreun en gehuil en een jankende gitaar krijgt Prince er van langs -nogmaals: zowel fysiek als mentaal. Gelukkig besefte ik me dat nog niet toen ik 10, 11 was en het voor het eerst hoorde. Zware kost, maar wel lekkere kost.”

EK: “Dat kan ik niet zeggen van het gejaagde Something In The Water (Does Not Compute). Ik ben een van de weinige geloof ik, maar dit nummer werkt me op de zenuwen. Wat gek is, want het heeft alles in zich wat ik normaliter tof vind aan Prince’ werk. Van de kale productie tot de beats uit de Linn drumcomputer die zo kenmerkend is voor Prince’ werk uit de 80s. Het enige wat ik er aan kan waarderen is het duistere sfeertje dat in het nummer rondzweeft.”

MK: “Ja? Oh, dat heb ik absoluut niet, dat het me op mijn zenuwen werkt. Ik vind het een top track. Moody, donker, experimenteel en electronisch. Vanwege de dominantie van de Linn drumcomputer en doordat het nummer geen bas heeft, is het voor mij een regelrechte blauwdruk voor een nummer als When Doves Cry. Dat het geen hit is geworden komt niet alleen doordat Warner er waarschijnlijk geen single in hoorde, maar ook doordat het de onweerstaanbare hook mist dat When Doves Cry wel heeft. Desondanks is dit de muziek van Prince die ik graag, zo niet het liefst hoor: kaal, spaarzaam gearrangeerd, maar wel vol synth bliepjes en andere sonische experimentjes. En daarmee voor mij zelfs essentieel.”

EK:Free is de eerste track waarop latere Revolution-gitariste Wendy Melvoin te horen is. Alleen daarom al een interessant nummer, maar op 1999 vind ik het enigszins een vreemde eend in de bijt. Zo’n nummer dat beter past bij de meer richting de hemelen turende Prince die op Purple Rain en Around The World In A Day om de hoek komt kijken. Ook Vanity zingt mee op dit nummer, deze week kwam ze te overlijden op 57-jarige leeftijd. Zet een zinsnede als ‘if U take your life 4 granted, your beating heart will go’ toch in een iets ander daglicht.”

MK: “Ik ben het dan weer wel met je eens dat Free niet echt past op het album. Het is geen experimentele, kale track, maar een heuse power ballad. Het zou inderdaad goed op Purple Rain passen. Ik heb er niet zo heel veel mee, maar het heeft zijn momenten. Zoals het extatische gekrijs van Prince in de climax en het gitaarwerk van Dez Dickerson. Free heeft ook voor mij echter nu wat meer lading gekregen, vanwege het meezingen van Vanity. En dan cynisch genoeg ook op dit nummer.

Hoe dan ook, gelukkig gaat Prince na dit rustpuntje vrolijk verder met het neerleggen en uitbouwen van zijn Minneapolis Sound. Lady Cab Driver heeft niet helemaal die typische sound, daarvoor is de funk te organisch, maar het bevat genoeg elementen om het echt Prince te maken.’

EK: “Muzikaal vind ik Lady Cab Driver een fantastisch nummer. Inhoudelijk weet ik het niet zo goed. Gaat Prince hier een lijn over? Goed, hij zong al eerder over incest, over SM, over masturbatie et cetera, maar dat was altijd met wederzijdse goedkeuring van de sekspartner. In Lady Cab Driver wordt het enigszins gewelddadig als Prince de vrouwelijke taxichauffeur (een hijgende en kreunende Jill Jones) letterlijk gebruikt (misbruikt?) om demonen uit te drijven. Ik weet na al die jaren nog steeds niet zo goed wat ik er nou van vind, niet in het minst omdat het muzikaal een echt pareltje is. Als je hetgeen er verder gebeurt even buiten beschouwing laat, blijft er een vrij briljante funkstamper over. Niet voor niets de uitsmijter op de enkele LP die mijn eerste kennismaking met 1999 was.”

MK: “Tuurlijk is het allemaal op het randje, maar die shock value vind ik juist weer interessant. Lady Cab Driver begint inderdaad tamelijk onschuldig, maar die brute passage waarin Prince bij iedere stoot verbeten benoemt wiens schuld het is dat hij niet anders kan dan haar te grazen te nemen, leidt wel naar datgene dat een belangrijk thema voor hem is. Hij noemt eerst zijn langere en knappere broer, verveelde politici die alleen maar oorlog willen voeren, discriminatie, egoïsten, hebberige rijkelui en de toeristen in Disneyland. Maar dan ‘doet’ hij het voor God, de oceaan en het vasteland, liefde zonder seks en -vreemd genoeg- vrouwen in al hun schoonheid en complexiteit. Blijkbaar dient zijn coïtus een hoger doel, namelijk via seks een hoger bewustzijn en zelfs God bereiken. Hoe dan ook, hoe sadistisch en meedogenloos Prince hier ook klinkt, en wat hij ook wil bereiken, Lady Cab Driver is een zalig (no pun intended) pompend funk nummer dat niet had misstaan op een album van The Time.”

EK: “Interessante beschouwing, haha. Kan ik ook wel een eind in meegaan, al denk ik niet dat gladjanus Morris Day zo agressief uit de hoek had kunnen komen, daar heb je dan toch weer viespeuk Prince voor nodig. Maar goed, door met het album. Het gekke is dat hetgeen me op een of andere manier niet pakt aan Something In The Water (Does Not Compute) me wel grijpt bij het cynische en stoïcijns voortstuwende All The Critics Love U In New York. Zowel muzikaal als tekstinhoudelijk (Prince gaat de blasé geworden muziekpers te lijf, oplossing ligt wederom in seksualiteit) blijft het me aanspreken. Let ook eens op de gitaar trouwens, erg tof.”

MK: “Ja, zeker! All The Critics Love U In New York is ook geweldig. Met een evenzo geweldige boodschap: het maakt niet uit wat je doet, hoe je danst, hoe je je haar draagt, die bureauridders in New York vinden het allemaal wel prima. De oplossing voor die vervlakking? Een ‘purple high’, die je niet bereikt door drugs maar door -natuurlijk- sex:

‘It ain’t about the trippin’
but the sexuality -turn it up!’

Ook de muziek is typisch Prince: de Linn drums, ijzige synths en gierende gitaar. Zowel op dit nummer als op het hele album heeft Prince blijkbaar zijn vorm gevonden.”

EK:International Lover tenslotte is er weer eentje die bol staat van de metaforen. Is het aan het begin van 1999 nog de auto die voor ‘de daad’ staat, is het in het soulvolle International Lover een vliegtuig. In mindere handen had het kolderiek geworden, maar Prince komt er met glans mee weg. Je gaat er als luisteraar in mee, gniffelt een beetje maar vindt het nergens absurd. Terwijl als je de droge tekst zou lezen van met name het einde van het nummer (die voor het gemak ook maar weer eens ontbreekt op het bijgeleverde tekstvel, hij weet goed wat hij weg moet laten) kan je het niet anders dan concluderen dat dit écht heel fout is. Bijzonder hoe het in handen van een creatief genie dan tóch werkt.”

MK: “Tja, wie anders kan zich zo volledig laten gaan zoals Prince met zijn hysterische gilletjes en kreuntjes? En wie anders dan Prince komt weg met parlando waarin hij de daad vergelijkt met het nemen van een vliegtuig? Als ‘your captain Prince’ neemt hij zijn bedgenote mee op een vlucht met de ‘Seduction 747’ en haalt hij alles uit de kast om haar de reis van haar leven te bezorgen, tot ze de eindbestemming bereiken:

‘Welcome 2 satisfaction,
please remain awake until the aircraft has come 2 a complete stop’

Wat je zegt, enorm fout. Op papier klinkt het lachwekkend, maar op plaat wérkt het, zoals in zijn latere werk wel vaker zal blijken.”

EK: “Concluderend is 1999 als album de eerste van een reeks albums waarop Prince vrijwel niets fout kon doen. Het is echter ook een album dat bij mij persoonlijk, ook bij herbeluistering, net tussen wal en schip blijft vallen. Ik hoor dat het te gek is, ik hoor zelfs dat het her en der briljant is. Toch is het vrijwel nooit 1999 dat ik uit de kast trek als ik zomaar iets van Prince wil horen. Dan neig ik toch eerder naar de twee voorgangers of naar Purple Rain en verder. Toch kan ik niet anders dan het album als één van Prince’ betere bestempelen.”

MK: “Zoals ik al aangaf: ik vind het lastig om het objectief te beoordelen. Maar als ik dat wel doe, ben ik het niet helemaal met je eens. Met 1999 levert Prince in mijn optiek een zeer sterk en coherent album af dat niet alleen voor zijn eigen werk, maar ook dat van vele anderen van grote invloed en zelfs bepalend voor de carrière zou zijn. In mijn ogen zijn eerste échte meesterwerk.’


Essentiële tracks: 1999, Little Red Corvette, Automatic, Lady Cab Driver, D.M.S.R. [EK], Something In The Water (Does Not Compute) [MK]
Waardering: ****


Prince – 1999 (1982)

  1. 1999 (06:13)
  2. Little Red Corvette (05:03)
  3. Delirious (04:00)
  4. Let’s Pretend We’re Married (07:19)
  5. D.M.S.R. (08:17)
  6. Automatic (09:26)
  7. Something in the Water (Does Not Compute) (04:02)
  8. Free (05:07)
  9. Lady Cab Driver (08:17)
  10. All the Critics Love U in New York (05:57)
  11. International Lover (06:37)