Review: Parade – Music from the Motion Picture Under The Cherry Moon (1986)
Na het kleurrijke Around The World In A Day, schakelt Prince op het laatste album met The Revolution over op stemmig zwart-wit. Het levert desalniettemin een bontgekleurd album op. Zijn beste? Misschien wel…
EK: “Er zijn van die albums waarvan je nog exact weet waar je ze kocht en wat je eerste indruk was. Parade van Prince and The Revolution is er voor mij zo eentje. Ik doe mijn ogen dicht en ik sta weer als jong jochie in de Free Record Shop in Breda, met de vraag of ik het eerst even mag luisteren voor ik er mijn spaargeld aan opmaak. Een formaliteit, ik had toch al besloten dat ik deze LP wilde hebben. De medewerker van de winkel zet gek genoeg als eerste kant b voor me op. Of misschien was dat wel een heel bewuste zet, daar de openingszijde wat minder makkelijk binnenkomt. Het werkt in ieder geval wel. De eerste klanken van Mountains klinken door de speakers die ik tegen mijn oren moet houden en ik ben verkocht.”
MK: “Ha, ik had exact hetzelfde! Mijn eerste kennismaking met Parade was in wat toendertijd in Alkmaar dé platenzaak was: Pop Eye. In die tijd was het een pijpenla vlakbij de Alkmaarse Grote Kerk, met in de bakken vinyl vaak ook geweldige import en zelfs bootlegs. (Overigens ging ik er later zelf ook werken, en kreeg ik de verantwoordelijkheid over de Prince bootlegs, maar dat is weer een heel ander verhaal.) Hoe dan ook, ik wist dat Prince een nieuwe uit had, maar had niet door dat de mannen van Pop Eye Parade hadden opstaan toen in binnenstapte. Ik had niet kunnen vermoeden dat dit Prince was. Zó anders dan het rock- en funkgeluid van Purple Rain en Around The World In A Day. Ook toen ik de plaat stond te luisteren, moest ik erg wennen. Maar ook al was het een groeibriljantje, het werd al snel een fonkelende diamant met vele facetten.”
EK: “Wellicht ben ik daar in die winkel in Breda voorgoed geconditioneerd, want nog steeds is het die tweede kant die ik het meeste draai. Dat maakt dat nu de eerste kant behoorlijk fris klinkt in mijn oren. Ik ben dol op de Parade tournee en draai de bootlegs daarvan grijs. Wat nu opvalt bij opener Christopher Tracy’s Parade is hoe fraai deze georkestreerd is ten opzichte van de voortstampende live-versie van The Revolution. De band is op de albumversie dan ook niet te horen, het zijn alleen Prince, Wendy, haar zus Susannah en Lisa en verder heeft het orkest van arrangeur Clare Fischer de hoofdrol. Fraai hoor, waarom draai ik dit niet vaker?”
MK: “De openingsnummers zijn fantastisch, vond ik toen ook al. Okee, een beetje vreemd, maar wel erg lekker. Achteraf bezien hoor je dat vrijwel alles op Parade een film op zich is. De opener is een typische openingsscène. Christopher Tracy wordt geïntroduceerd, hij is nog vol van leven, hij blaakt van het enthousiasme, zijn leven is een feestje. Zo bezien past elk nummer bij een gemoedstoestand van de hoofdpersoon. De arrangementen van Clare Fischer -koperblazers voor de mannelijke kant, houtblazers voor de vrouwelijke, vullen perfect aan, bijna dialogen op zich. Eh, dat beeld heeft zich pas later gevormd, niet toen al, toen ik 14 was, haha.”
EK: “Wat ik me altijd heb afgevraagd is de manier waarop het nummer de naamstransformatie heeft ondergaan. Van oorsprong heette het Little Girl Wendy’s Parade toen het begin 1985 werd opgenomen. Toen Parade de soundtrack werd bij de Under The Cherry Moon-film, werd het omgevormd naar de naam van het hoofdkarakter uit die film. Ik ben enorm benieuwd of Christopher Tracy een vijflettergrepige naam is omdat het nu eenmaal in dit liedje moest passen, of dat de naam toevallig ‘paste’.”
MK: “Ik denk persoonlijk het eerste. Sterker, ik vermoed dat Prince zijn hoofdpersoon bewust een ambigue naam heeft gegeven. Staan koperblazers en houtblazers voor respectievelijk mannen en vrouwen, ook Christopher Tracy herbergt die twee uitersten. Want laten we wel wezen, Prince geeft met zijn zijden pyjama’s, hakken en zware oogmake-up nou niet bepaald gestalte aan de mannelijkste gigolo op aarde in Under The Cherry Moon.”
EK: “Prince heeft in chronologische volgorde (en naar verluidt in één take) de drumpartijen van de eerste vier tracks van Parade neergelegd en daarna zijn de nummers daar overheen opgebouwd. Daar doorloopt de boel geluidstechnisch behoorlijk mooi over.”
MK: “Dat las ik ook pas veel later. Wat op zichzelf al fantastisch is: Prince die de teksten voor de eerste vier nummers op een standaard plakt, de technicus instrueert om na aftellen de band te starten en niet uit te zetten voor hij klaar is, aftikt, de drumpartijen integraal met korte pauzes ertussen neerlegt, vervolgens de controlekamer binnenspringt, een bas pakt en ook die partijen achter elkaar inspeelt. En al tijdens het drummen in je hoofd horen hoe de nummers moeten klinken -dat is voor mij bewijs van het genie van Prince. Dit verhaal vertel ik wel eens aan mensen die me vragen waarom Prince nou zo goed is. Nou, mede daarom dus.”
EK: “New Position pakt het uitbundige karakter van de opener mooi over en gooit er een tandje meer vaart bovenop, plus een flinke injectie funk. Spaars gearrangeerd en dus vallen de puike ritmes enorm op. Ook hier weer geldt voor mij dat ik vooral de live-versie gewend ben en die is behoorlijk wat lomper dan deze studioversie. Waar in alle live-versies Jerome Benton nogal hard in de microfoon brult waar het nummer om draait (‘P.U.S.S.Y.’) komt dat hier bijna gefluisterd voorbij in de achtergrond.”
MK: “Daar kwam ik ook pas na een paar luisterbeurten achter, en dat deed me wel even mijn wenkbrauwen optrekken. Zo subtiel, zo tongue-in-cheek. Net zo schalks als Prince als Cristopher Tracy, als hem in de film door Mary wordt gevraagd waar hij aan denkt, antwoordt met ‘Sex…’ Maar goed, New Position bezingt tekstueel het vrouwelijke geslachtsdeel, maar Prince stipt ook aan dat hij een nieuwe muzikale vorm gevonden heeft: ‘U got 2 try my new funk.’ Want dat is het: kaal en spaarzaam, maar toch vol muzikale subtiliteiten en vooral organisch en warm. Dit staat mijlenver van de kille electrofunk op 1999. En ook al hou ik van 1999, de funk op Parade is net even lekkerder.”
EK: “In het door Wendy Melvoin gezongen I Wonder U slaat de sfeer volledig om. Het nummer trekt de luisteraar volledig mee de duisternis in. Er gebeurt muzikaal ook enorm veel in die net iets meer dan anderhalve minuut dat het nummer duurt. Luister bijvoorbeeld eens naar dat onrustig rommelende basje op de achtergrond, maar ook de arrangementen van Clare Fischer zijn heerlijk duister. Op de hoes krijgt Fischer de credits ‘4 making brighter the colors black and white’, maar als je het mij vraagt maakt hij het zwart alleen maar donkerder hier.”
MK: “Oh man, I Wonder U vind ik meesterlijk. Die synthesizer, die me doet denken aan het geluid van Moments In Love van The Art Of Noise, grijpt me telkens bij de kladden. En dan dat gestopte trompetje dat door de nerveuzige houtblazers snijdt, pfff. Donker inderdaad, maar ook nu weer een dialoog op zich die een onheilspellende toon zet voor wat komen gaat, wat Christopher Tracy uiteindelijk te wachten staat.”
EK: “Under The Cherry Moon komt er als titeltrack van de gelijknamige film maar bekaaid vanaf vind ik. Het nummer is wel een de heel logisch gevolg van de eerste drie tracks, die de luisteraar van licht naar donker meevoerden en hier volgt dan de mijmering die er bij hoort. Verhaaltechnisch is het nummer uiteraard ook zeer toepasselijk bij het verloop van de film, over een ‘poor butterfly’ die zijn vleugels wil spreiden en weg wil vliegen, waarbij je ‘poor’ in het geval Christopher Tracy zowel als ‘niet gefortuneerd’ als ‘zielig’ kan opvatten. Als Prince vanuit de hoofdpersoon van de film zingt ‘Maybe I’ll die young like heroes die’, voel je de bui al hangen. Toch vind ik het een van de zwakkere tracks op het album. De ‘hotelbar na sluitingstijd’-sfeer die het oproept grijpt me niet zo.”
MK: “Het nummer op zichzelf doet het voor mij ook niet zo. Maar binnen de context zeer zeker wel. Al moet ik wel zeggen dat het hotelbar-gehalte van deze track wel goed past bij het personage. En als contrast met de tekst vind ik het dan ook wel sterk. Het klinkt als niets-aan-de-hand, maar als je de tekst luistert, valt dat vies tegen.”
EK: “Girls & Boys grijpt me vervolgens wel. Het is de eerste track waarop de voltallige Revolution te horen is. Die spelen ondanks de benaming op de albumhoes sowieso maar een bijrol. Op slechts drie van de twaalf nummers zijn ze aanwezig, de rest van de plaat is toch vooral het feestje van Prince met Wendy en Lisa. Doen ze te gek, dat vooropgesteld. Maar de tracks met de (al dan niet) volledige band zijn voor mij wel de drie tracks die ik het beste vind op Parade. Opvallend genoeg zijn het ook die drie tracks waarbij Prince besloot dat de arrangementen die Clare Fischer had gemaakt uiteindelijk achterwege konden blijven. Die band blijkt dus sterk genoeg op zichzelf. Op Girls & Boys is het juist de aan The Revolution toegevoegde saxofoon die het verschil maakt. De band is funky, de beat is strak, er gebeurt muzikaal genoeg (de synths van Dr.Fink gaan heerlijk loos) maar het is Eric Leeds met zijn saxofoon die het nummer eigenhandig de buitencategorie Prince-klassiekers in blaast.”
MK: “Helemaal mee eens, en weinig aan toe te voegen. Behalve dan dat ik het niet volledig met je eens ben dat de drie Revolution tracks zonder Clare Fischers arrangementen de sterkste zijn. Ik vind New Position en I Wonder U minstens zo sterk en avontuurlijk, vooral omdat Prince weer nieuwe muzikale territoria verkent. Wat niet wegneemt dat Girls & Boys fenomenaal is. Die hortende en knorrende sax, briljant. De bijna tsjilpende synthgeluiden, meesterlijk. De Franse toets in de monoloog geeft het nummer bijna een aristocratisch gehalte. Komt mooi uit als je Prince heet. Over Frans gesproken, persoonlijk ben ik altijd erg gecharmeerd geweest van hoe Prince de Franse taal uitprobeert. Het ‘vous etre bien, mama’ uit zijn mond is onweerstaanbaar, haha! En wat dacht je van de rap op het einde? ‘Happiness in its uncut form / Is the feeling I get in your warm, warm…’ Zo kennen we de paarse geilneef weer!”
EK: “Life Can Be So Nice grijpt muzikaal weer terug naar de start van het album, maar dan minder georganiseerd. Dat bevalt me altijd wel. Het nummer is een kakofonie van geluidjes, die over elkaar heen buitelen om aandacht. Daardoor klinkt het in mijn oren gek genoeg elke keer weer ietsjes anders. Er zijn mensen die er de kriebels van krijgen, ik vind het mooi. Het abrupte einde maakt het volledig af. Alsof je de deur dichtgooit bij de aanblik van een rommelige kast en het huis direct weer opgeruimd is. Maar de troep is er achter de gesloten deur nog steeds.”
MK: “Mooi beschreven! Ik ben zelf verzot op dit nummer. Hoe het erin knalt na Girls & Boys, poeh! Het is inderdaad enorm druk, bijna chaotisch. Maar als ik de film-analogie weer tevoorschijn haal, is dit de soundtrack van hoe Christopher Tracy zich op dat moment voelt: uitgelaten en extatisch. Het meisje heeft voor hem gekozen, hij maakt plannen om met haar ‘on the run’ te gaan. Christopher kan de hele wereld aan, zit vol bravoure. En dat is perfect vertaald naar dit nummer. Overigens: is het niet Sheila E. die drumt op dit nummer? Vandaar de genadeloze drive die Life Can Be So Nice heeft. Ten slotte is het zo ongeveer het enige nummer waarin het gebruik van een cowbell niet misstaat. Echt, ik kan dit elke ochtend opzetten om mijn dag aan te slingeren en mezelf op te peppen.”
EK: “Met het instrumentaaltje Venus de Milo is het vervolgens nog even uitrijden tot aan het stoplicht. Prima melodie, mooi gearrangeerd, maar tegelijk ook vluchtig. Als je het hoort , vind je het mooi, als het voorbij is, ben je ‘m weer snel vergeten.”
MK: “Eens. Mooi hoor, maar ik had liever Alexa De Paris op Parade gehad.”
EK: “Niet in het minst omdat Mountains die herinnering in no-time omver blaast. Ook hier weer The Revolution op volle kracht en zelfs de enige keer dat écht de hele band (inclusief gitarist Mico Weaver en trompettist Atlanta Bliss) te horen is. Meesal als Prince zijn punt probeert te maken in de vorm van een parabel is het tenenkrommend. In Mountains, dat tekstueel vrijwel hetzelfde begint als The Ladder met een ‘once upon a time in a land…’, werkt het wel. Los daarvan is het muzikaal ook ijzersterk. Het is poppy, maar heeft een scherprandje. Funky, maar niet te. De groove is verslavend, check ook zeker de 12”-versie die ruim tweemaal zo lang is.”
MK: “Poeh, breek me de bek niet open over de 12”-versie. Die is zó goed! Maar de ‘normale’ versie is inderdaad ook niet misselijk. Ongenadig swingend, briljant gearrangeerd. De plek die het inneemt op het album en in de film verschillen nogal; in de film is het gepresenteerd als inkijkje in de hemel waarin de gestorven Christopher Tracy een feestje bouwt met The Revolution, op het album is het juist neergezet als minder extatisch, maar minstens zo levenslustig vervolg op Life Can Be So Nice. Prince/Christopher is er rotsvast van overtuigd dat de liefde tussen hem en zijn lief zo sterk is, dat het zo hoog als bergen en zo diep als de zee is. En dat dan verpakt in een briljante funk-groove. En telkens als hij ‘Guitars and drums on the one, huh!’ roept, pak ik mijn luchtgitaar en speel ik de riffs van Wendy en Mico lustig mee. Eén van de onbetwiste hoogtepunten van Parade.”
EK: “Do U Lie? is een vreemde eend in de Prince-catalogus. Binnen de context van het album dat de film ondersteunt past het perfect. Die speelt zich tenslotte aan de Franse Rivièra af en die Franse invloeden zijn dominant op dit enigszins jazzy nummer. In een bredere context is dit de enige keer dat je Prince zo hoort, volgens mij is dit zelfs de enige keer dat een accordeon in zijn werk opduikt.”
MK: “Grappig dat je het zegt. Op zijn laatste album, HITnRUN Phase Two, gebruikt hij een accordeon op een van de nummers. En ik moest direct denken aan de eerste -en laatste- keer dat hij dat deed. Op Do U Lie? dus. Persoonlijk vind ik het wel een charmant nummer. Niet het allerbeste dat hij ooit gemaakt heeft, maar ik vind het interessant dat hij toendertijd openstond voor andere invloeden dan waarmee hij opgroeide. Hij situeerde een film aan de Franse Rivièra, en zuigt als een spons chansons en vaudeville binnen. Tot op zekere hoogte natuurlijk, want een Brel of Piaf zal hij nooit worden, maar toch best knap, want het klinkt niet als pastische.”
EK: “Hoe dan ook, voor mij valt deze in de categorie ‘leuk voor een keertje, maar niet te vaak’. Als een vlijmscherp mes snijdt het intro van Kiss vervolgens je oorschelpen in. Over dit nummer is al meer dan genoeg geschreven en er is maar weinig wat ik er aan kan toevoegen. Het verhaal is bekend van Prince die het aan Mazarati gaf en het bij nader inzien toch zelf wou hebben. Logisch, het is een onmiskenbare klassieker die dertig jaar later nog geen seconde gedateerd is.”
MK: “Nou ja, Mazerati had nu ook wel wat goeds gemaakt van het country-achtige deuntje dat Prince hen gaf om ‘iets mee te doen’. Dat Prince er vervolgens genadeloos mee aan de haal ging, zonder daar de credits voor te geven, is natuurlijk best zuur.”
EK: “De droge, funky gitaar drijft het uitermate kale nummer en Prince gaat er vocaal heerlijk op los. Jammer dat hij het live vervolgens altijd zo heeft aangekleed en met toeters en bellen optuigt. Die kale versie zou ik graag eens horen. Pas recent ben ik er achter gekomen dat hij op ruwweg twee en een halve minuut ‘Little Girl Wendy’s Parade’ zegt. Al die jaren is me dat nooit opgevallen. Geinig dat hier dan die ‘throw back’ naar de gesneuvelde originele albumopener zit. Bijzonder ook, want hoewel Wendy prominent in de clip van Kis te zien is, is ze op het nummer niet te horen.”
MK: “Verdomme zeg, nu je het zegt! Dat ik nog eens iets nieuws zou leren na al die tijd, haha! Ik heb me altijd afgevraagd wat hij daar nou in falsetto mompelt. En -pats!- daar is de oplossing. Het was blijkbaar tot nu toe een echte Mama Appelsap bij mij, ik mompelde altijd iets jibberish. Maar goed, op zichzelf vind ik Kiss ijzersterk, in zijn kaalheid net zo briljant als When Doves Cry, maar op Parade vind ik het altijd een beetje een vreemde eend in de bijt die niet zo goed past binnen de rijkheid van de rest van het album. Je voelt dat hij er een hit op miste, en die toevoegde met Kiss. Neemt niet weg dat ik het -ook al heb ik het misschien iets te vaak gehoord- een zalig nummer vind met een messcherpe gitaarriff.”
EK: “Mijn absolute hoogtepunt op het album is Anotherloverholenyohead. Wederom een track met de volledige band die me zo grijpt, het zal het volle geluid zijn wellicht. Al is dat, getuige Kiss, zeker geen voorwaarde om het mooi te vinden. Wat ik er mooi aan vind is de dubbele laag die er in zit. Enerzijds is het een melancholische mijmering van een man die terugdenkt aan en stukgelopen relatie en uiteindelijk zijn ex toebijt dat ze net zo min een ander nodig heeft als dat ze een gat in haar hoofd kan gebruiken. Maar opeens schiet het nummer door in de meervoudige vorm en kan ik het niet anders zien dan een afscheid van The Revolution. Misschien zelfs wel Prince die zich verplaatst in het hoofd van zijn bandleden. Hij is het tenslotte die hen eind 1986 aan de kant zet.
“We were brothers and sisters
United all for love
Now all of the sudden (all of the sudden)
You try to fight it (try to fight it)
You say you’ve had enough (say you’ve had enough)
Even though we had big fun (even though we had big fun)
You want another someone (you want another someone)”
Misschien wel het beste nummer van dit album en sowieso het beste nummer ooit van de combi Prince and The Revolution, met de nadruk op de laatste drie woorden. Je hoort hier niet Prince die domineert, maar een echt muzikaal collectief aan het werk. Een collectief dat boven zichzelf uitstijgt en misschien is het inderdaad wel goed geweest om op een hoogtepunt de stekker er uit te trekken. Beter dan dit wordt het toch niet meer.”
MK: “Interessante analyse, zo had ik het nooit bekeken! Voor mij is dit naast Mountains ook het andere onbetwiste hoogtepunt. En een nummer met een van de meest briljante titels ooit. Ik heb verder weinig aan jouw mening toe te voegen. Behalve dat je eerder zei dat de drie Revolution-tracks ook de tracks zijn waar Prince de arrangementen van Clare Fischer niet nodig achtte. Wel, die zijn wel degelijk aanwezig op Anotherloverholenyohead. Redelijk diep in de mix misschien, maar ik kan me niet voorstellen dat die strijkers uit een synthesizer komen.”
EK: “Lang is Sometimes It Snows In April de heilige graal voor Prince-fans geweest. Hét nummer waarmee je de echte fans van de ‘casual fans’ kon onderscheiden. In de loop der jaren heeft het echter een veel bredere draagkracht gekregen. Niet dat ik me er nu ineens te goed voor voel,maar juist het feit dat het steeds breder wordt opgepakt en mensen er verschillende verhalen bij hebben, maakt dat de glans er een beetje vanaf gaat. Ik heb het zelf altijd gezien als een tragisch nummer over liefde, vriendschap en verlies en kreeg er altijd een beetje pijn in de buik van. Op een goede manier, een zwelgnummer. De stilt die valt op het eind is onderdeel van het geheel en mag minuten duren. Maar als je dan verhalen hoort van mensen die er ophebben liggen vozen in de auto omdat ze het ‘zo romantisch’ vinden… Het staat godbetert gewoon in de middelste regionen van de Top 2000 tegenwoordig, zonder dat het ooit een single is geweest. Met bulderende afkondiging natuurlijk in plaats van die mooie stilte, het ‘niks’ dat de finale zo sterk maakt. Afijn, prachtig nummer dus, erg goed nummer zelfs. Maar soms hebben liedjes er baat bij om klein te blijven. Galmend in het GelreDome deed het me in 2010 weinig, de kale versie op gitaar drie jaar later in Amsterdam reduceerde me tot een plasje tranen, zoals de albumversie dat ook lange tijd heeft gedaan.”
MK: “Ik herken dat wel een beetje. Gelukkig heb ik nooit iemand horen zeggen dat hij of zij er zo lekker op heeft liggen vozen, haha, maar toch. En ook ik bedoel dat niet snobistisch. Persoonlijk heeft het me altijd gegrepen, en dat doet het nog steeds, onder andere omdat het werd gedraaid op de crematie van een schoolvriendje dat onverwachts overleed toen ik 15 en hij net 16 was. Ik heb het daarom nooit zonder opwellende tranen of brok in de keel kunnen luisteren. Tot zo’n 10 jaar terug, en het me opeens niets meer deed. Misschien omdat ook dit zo’n klein Prince-geheimpje was dat vrijwel niemand kende en dat ik koesterde. En dan is het best klote dat je geheimpje opeens op straat ligt en de goegemeente er mee wegloopt. Maar goed, het blijft toch een geweldig nummer. Ik hoorde het nu weer sinds een paar jaar helemaal, en met koptelefoon. En het ging toch weer door merg en been. Niet zozeer door de herinnering van bijna 30 jaar terug, maar door de pijn die Prince er zelf in legt. En de intimiteit van het nummer, waarbij je het gevoel hebt dat hij het speelt terwijl hij tegenover je zit. Je hoort zijn vingers over de gitaarfretten glijden, je hoort de pedalen van piano ingedrukt worden. Zo dichtbij heeft Prince nog nooit geklonken, denk ik. Heerlijk.”
EK: “Ik heb Parade lang niet in zijn volledigheid gedraaid. Kant B is altijd dominant gebleven en uit die periode draai ik bootlegs het meest, want de tour uit 1986 was verbluffend. Toch, nu ik et album in zijn volledigheid en met volle aandacht heb herbeluisterd moet ik zeggen dat de nummers die ik minder heb gedraaid onterecht zo zijn genegeerd. De drie openingstracks zitten zo vernuftig in elkaar en zijn zo mooi gearrangeerd, dat ik die vaker op ga zetten. Heb het al vaker gezegd, de krachtigste nummers zijn voor mij de drie ‘bandnummers’ op deze zwanenzang van The Revolution. Die pakken me iedere keer weer in. Als album zal Parade hebben geleden onder de slechte prestaties van de Under The Cherry Moon-film, maar als volledig werkstuk is het echt supersterk.”
MK: “Ikzelf kan Parade niet anders luisteren dan in zijn geheel, van begin tot eind. Vooral omdat ik er naar luister zoals ik naar een film kijk. Er zijn natuurlijk nummers die ik dan nogmaals afspeel, zoals de eerste drie tracks, Girls & Boys, Life Can Be So Nice, Mountains en Anotherloverholenyohead, maar over z’n geheel is het briljant. In Amerika verkocht Parade stukken minder dan in Europa. Dat had volgens mij te maken met het feit dat Europa meer gecharmeerd was van de meer sophisticated sound van het album dan Amerika. Voor mijzelf is die rijkheid weer een enorme stap vooruit vergeleken met de albums er voor. Zeker de blazers en strijkarrangementen zijn een meesterlijke uitbreiding van Prince’ sound geweest. Parade is op twee à drie liedje na een meesterwerk in mijn oren.”
Essentiële tracks: Girls & Boys, Mountains, Kiss, Anotherloverholenyohead, Sometimes It Snows In April, Life Can Be So Nice [MK]
Waardering: **** 1/2
Prince and the Revolution – Parade (1986)
Music from the Motion Picture “Under the Cherry Moon”
- Christopher Tracy’s Parade (02:11)
- New Position (02:20)
- I Wonder U (01:40)
- Under the Cherry Moon (02:57)
- Girls and Boys (05:30)
- Life Can Be So Nice (03:14)
- Venus de Milo (01:55)
- Mountains (03:58)
- Do U Lie? (02:44)
- Kiss (03:38)
- Anotherloverholenyohead (04:01)
- Sometimes It Snows in April (06:49)