Review: Batman (1989)

Het PurplePicks.net team pakt de draad weer op na de tragische gebeurtenissen van vorige maand. Met een album dat niet bepaald het meest toepasselijk is. Maar het leven gaat door, we moeten door en we hebben het niet voor het uitkiezen. Batman dus. Vaak verguisd, maar inmiddels is er ook een soort mythische cultstatus om de soundtrackplaat heen ontstaan. Is dat terecht? Tijd voor een herbeluistering.

EK: “Het voelt gek om de reviews weer op te pakken in een wereld die door Prince is verlaten. Aanvankelijk vond ik het zelfs heel spijtig dat we uitgerekend de draad weer op moeten pakken met een album waar de meningen zacht gezegd verdeeld over zijn. Nu, bijna een maand na Prince’ overlijden, vind ik het echter ook wel mooi. Alles wat we tot nu toe hebben behandeld, daar is iedereen het wel over eens dat het briljant is. We komen nu echter aan bij albums waar mensen zijn afgehaakt. Prince’ muzikale erfenis zal voor altijd in de 80s beklonken liggen, maar het is ook wel mooi dat we nu verder kunnen kijken en – al is het maar voor onszelf – bepalen hoe het werk van ná de klassieke albums is. Het plezier in het herbeluisteren heeft echter toch een ander gevoel gekregen.”

MK: “Zucht. Ja, ik heb eigenlijk wel hetzelfde. Eerlijk is eerlijk, ook ik vond het lastig om aan Purple Picks te denken, laat staan er mee bezig te zijn. Wat had het voor zin, na zijn overlijden. Maar inderdaad is het eigenlijk wel een schone taak om zijn werk te blijven bespreken. Niet zozeer als in memoriam, maar als groot retrospectief van een lijvig oeuvre. Dát het een retrospectief zal blijven, vind ik treurig, maar Prince en vooral zijn muziek verdient het om besproken te worden en te blijven. Ook al ligt in geval van Purple Picks zijn echte piek inmiddels achter ons en gaan we inderdaad richting een mindere periode. Al zijn er ook veel mensen die vinden dat Lovesexy reeds het begin was van Prince’ artistieke neerwaartse spiraal…”

EK: “Daar komen ze na ons betoog van vlak voor Prince’ overlijden dan hopelijk op terug! Het is een piekmoment. Helaas hield hij dat moment niet vast voor Batman. Toch heeft Batman wel ‘iets’ en dat is puur sentiment voor mij. Iedereen die mij kent, weet dat er een aantal zekerheden zijn die mijn popculturele smaak definiëren. Twee van die zekerheden: Batman is mijn favoriete superheld, Prince is een favoriete artiest. Beide liefdes vormen zich in de jaren ’80. Allereerst is er de vleermuisman. Als klein ventje verslind ik de kleurrijke strips en zit ik steevast opgetogen klaar voor de herhalingen van de campy jaren ’60 tv-reeks. In de periode 1986-1988 ben ik precies oud genoeg om ook de grimmige en meer volwassen ommezwaai die het karakter meekrijgt te waarderen, dit in onder meer de inmiddels klassieke stripverhalen The Dark Knight Returns, Batman: Year One en The Killing Joke. Parallel aan mijn liefde voor Batman vormt zich mijn liefde voor Prince. Als begin 1989 het nieuws komt dat de nieuwe Batman-film een soundtrack door Prince krijgt, ben ik jubelend.”

MK: “Joh, ik heb eigenlijk nooit geweten dat jij zo’n fan was!”

EK: “Nog steeds ben zelfs. Haha!”

MK: “Ikzelf had maar weinig met superhelden, en nog steeds eigenlijk niet. Al moet gezegd dat ik van alle superhelden Batman altijd de meest intrigerende heb gevonden, omdat hij de enige was van 100% vlees en bloed en niet geholpen werd door een of andere superkracht. Wél was (en ben) ik fan van Tim Burtons werk, dus toen ik hoorde dat hij een versie van Batman zou maken die was gebaseerd op de grimmige sfeer van The Dark Knight en dergelijke, werd ik wel nieuwsgierig. Zeker toen bleek dat Jack Nicholson The Joker zou gaan vertolken. Dat Prince vervolgens met een soundtrack zou komen, vond ik eerlijk gezegd wat vreemd, ik zag de link eigenlijk niet zo.”

EK: “Ik eigenlijk ook niet direct. Maar ach, Prince! Batman! Ik vond het allang een mooie combinatie. Mijn favoriete superheld. Mijn favoriete artiest. Wat kon er mis gaan? Genoeg, zo blijkt. De eerste beluistering van de vooruitgesnelde single, Batdance, laat me in verwarring achter. Zittend achter in de auto bij mijn oma, die altijd schoorvoetend de radio op ‘Hilversum 3’ (toen al Radio 3) aanzette als mijn broer of ik met haar meereden, hoor ik de single aangekondigd worden. Ik vraag of ‘ie harder mag en denk op basis van de Lovesexy-singles dat ook oma er niet te veel aanstoot aan zal nemen. De track wordt ingestart en ik snap niet wat er met de zalvende Prince die sinds 1988 mijn walkman onveilig maakt is gebeurd. Batdance is chaotisch, grimmig en lijkt – zeker op de gammele autoradio van oma – nergens heen te gaan. De verbazing op mijn gezicht moet kostelijk zijn geweest. Het jaar dat volgt ben ik de pisang op verjaardagen en partijtjes. Iedereen die het horen wil, krijgt van oma of doorvertellende andere familieleden die graag de draak steken met mijn muzieksmaak het verhaal over mijn initiële verwarring en teleurstelling te horen.

Ik zal niet de enige zijn geweest en Batman is bij vele fans al snel een album geworden dat als een mislukking de boeken in is gegaan. Zie bijvoorbeeld ook het fragment uit de komische film Shaun Of The Dead, waarin Simon Pegg en Nick Frost, beiden groot Prince-fan, moeten besluiten welke LP’s ze richting een zombie moeten gooien. Alles moet in de collectie blijven, maar als ze Batman tegenkomen is de instinctieve reactie ’throw it!’, hahahaha!”

MK: “Of het een mislukking is, daar valt over te twisten. Pas achteraf zag ik de logica van Prince die zich verbond aan Batman, maar toen ik voor het eerst Batdance hoorde, was ik hevig teleurgesteld. Ik vond het makkelijk, goedkoop. Hij had me de jaren ervoor met elk album weggeblazen, en verzuchtte na Lovesexy of en hoe het nóg beter kon. Nou, niet dus. Batdance was een klap in mijn gezicht, en dat bedoel ik niet positief. En nog steeds is het niet bepaald een favoriet van me, al ben ik het met de jaren wel wat meer gaan waarderen. Niet dat ik Batdance of het hele album enorm veel heb gedraaid, maar er zit wel degelijks een geniaal ‘iets’ aan dit album. Maar dat inzicht volgde pas later.”

EK: “Tracks van het album komen, op opener The Future na, ook niet zo heel snel meer voorbij hier in huis. Deze herbeluistering kan dus voor het overgrote deel daadwerkelijk met frisse oren worden gedaan. Wat vooral opvalt is dat Prince na de jubelstemming op Lovesexy weer de donkerte in stapt. Nu past dat perfect bij het Batman-karakter, maar het is een behoorlijke breuk in de rode draad die door Prince’ oeuvre loopt en met Graffiti Bridge pas weer wordt opgepakt. Het album gaat in die duisternis echter verbluffend van start. The Future is een grimmige kijk op de toekomst en die blijkt behoorlijk accuraat.

“Systematic overthrow of the underclass
Hollywood conjures images of the past
New world needs spirituality that will last
I’ve seen The Future and it will be”

Die toekomst is nu en het is ironisch dat Prince er juist in die ‘future’ uit is gestapt. De welvaartsmaatschappij stampt steeds harder op de minderbedeelden in de wereld. Hollywood recyclet alleen nog maar ideeën, met voor dit betoog als meest ironische voorbeelden de recente Batman v Superman-film en komende Batman-animatie, die zijn gebaseerd op eerder genoemde strips uit 1986 en 1988. De wereld heeft tegelijk dringend behoefte aan een spirituele eenwording. Het is een bende en niemand weet meer waar hij of zij het moet zoeken. Zou Prince een glazen bol hebben gehad? In ieder geval wel een kristallen, want muzikaal is het ook smullen door de strijkerspartijen van Clare Fisher die Prince uit het niet uitgebrachte Crystal Ball heeft gelift. Maar het is aan alle kanten lekker. Funky gitaartje, goed geplaatste samples uit de film. Puike opener en wellicht wel een van mijn favoriete Prince-nummers ooit. Het verveelt me in ieder geval nimmer.”

MK: “Mooi verwoord! Voor mij is The Future hét prijsnummer van Batman. Het klinkt alsof Prince zijn oude drumcomputer en andere electronica een upgrade heeft gegeven, het is vintage Prince maar dan in een moderner jasje. Kale electrofunk, met fantastische en perfect geplaatste elementjes. Fragmenten van strijkers, flarden van het Sounds Of Blackness koor, moody synths en een bijna letterlijk zoemende ritmesectie. Hij bouwt het geniaal op, het nummer wordt steeds voller en rijker, maar net genoeg om het niet topzwaar te maken. Dit is muziek uit de 1999 periode, maar dan 2.0. Geniale track.”

EK: “Het heftig agressieve Electric Chair vind ik eigenlijk ook heerlijk nu ik het weer hoor. Prince gaat zo tekeer op zijn gitaar, dat het bijna metal wordt. Onderwijl houdt de bas het funky. Het geweldige gitaargeweld is overigens eenmalig live uitgevoerd bij Saturday Night Live en dat markeert het livedebuut van Candy Dulfer in Prince’ band. Ik kan dit niet staven natuurlijk, maar ik heb nu ik er zo naar luister ineens het idee dat Prince met een nummer als dit nieuwe artiesten als Living Colour een poepje wou laten ruiken. In 1988 komt Living Colours debuutalbum Vivid vrijwel tegelijk uit met Lovesexy. Door de internationale muziekpers wordt Living Colour door de manier waarop ze hardrock en funk koppelen als snoepje van de week onthaald, waar Prince’ Lovesexy het met ‘goed maar minder dan eerder werk’-recensies moet doen. Electric Chair zet een geluidsmuur neer die het Living Colour-debuut aan alle kanten overschaduwt. Nogmaals, het is speculeren, maar Prince was competitief en het zou me daarom niets verbazen.”

MK: “Mij ook niet. Mocht het zo zijn, dan zou ik dat op zich wel jammer vinden. Het is namelijk -na de steek onder water naar hiphop van Dead On It op The Black Album- dan pas de tweede keer dat hij dan reageert op een trend, en ‘laat zien hoe het moet’. Dat past Prince niet; hij heeft altijd vrijwel volledig zijn eigen koers gevaren en is altijd uit gegaan van zijn eigen kracht. In tegenstelling tot Dead On It valt het in geval van Electric Chair stukken beter uit. Ik kan het gelukkig blijven horen als bona fide Prince-nummer, en wat voor een! Het knalt je speakers uit. Het gitaarwerk is geweldig, Prince uit het boekje, en het is zó jammer dat hij het alleen bij SNL live heeft gespeeld. Dit had zomaar een hoogtepunt van zijn concerten kunnen worden -niet alleen tijdens de Nude tour, maar ook daarna.”

EK: “Absoluut. Dit is er eentje waarvan ik het met recht jammer vind dat ik ‘m nooit live heb kunnen meemaken. Zal nu nooit meer gebeuren ook. Met die gierende gitaren had het best in een meer recente 3rdEyeGirl-set gepast, nu ik er over nadenk. Maar goed… Tot dit punt overtuigt Batman op alle fronten. Maar bij de duffe ballade The Arms Of Orion begint het album te zwalken. Productioneel is The Arms Of Orion overigens prachtig. Luister eens met koptelefoon en let op de manier waarop alle instrumenten en vocalen heel vrij in de mix liggen, waardoor het nummer daadwerkelijk klinkt alsof je door de lucht zweeft richting sterrenbeeld Orion. Maar ja, de tekst (naar verluidt volledig van de hand van duetpartner Sheena Easton) is dusdanig zoetsappig dat het nummer als geheel niet meer te redden is. Ook gaat het veel te lang door, met name tegen het einde wordt het eindeloos gerekt. Had makkelijk een minuut uit kunnen vallen en dat had het wellicht beter gemaakt.”

MK: “Volledig mee eens. Het zit op zich inderdaad razendknap in elkaar, en de productie is erg slim. Maar mijn God, wat is dit suikerzoet! Het glazuur craqueleert werkelijk van mijn tanden. Ik begrijp dat dit op Batman staat in functie van het concept -elk nummer toeschrijven aan (een) karakter(s) uit de film- maar het is werkelijk een draak van een nummer. Ik weet niet wat Prince bezielde in die periode, hij leverde voor en met Madonna toendertijd met Love Song natuurlijk nog zo’n gedrocht af, maar ik had dan nog liever het geweldige B-kantje I Love U In Me op dit album gehad. Op het eerste gehoor ook saccharinezoet, maar tekstueel stukken gedurfder en meer ‘des Prince’. The Arms Of Orion is altijd een skipmomentje geweest. En laat ik zeggen, ik vond het geen pretje het voor onze bespreking opnieuw te moeten luisteren, haha.”

EK: “Ik ben het eens over I Love U In Me. Die speelde hij tenminste nog wel eens live enkele jaren later. Snel doorzappen dus. Partyman is de eerste van de slechts twee tracks die daadwerkelijk in de Batman-film terecht zijn gekomen. Op het album (en in de film) verving Partyman Rave Un2 The Joy Fantastic, dat in 1988 voor het eerst live werd gespeeld tijdens de legendarische aftershow in Den Haag. Het nummer zit onder de scène waarin Jack Nicholsons Joker met zijn handlangers een museum op stelten zet. Die scène wordt door Prince nog eens dunnetjes overgedaan in de videoclip bij het nummer. Misschien wel de meest komische clip die Prince, in de huid van het Joker-karakter kruipend, ooit opnam. Wederom met Candy Dulfer in de band trouwens, al is ze op de albumversie niet te horen. Partyman maakt mij na al die jaren nog steeds heel vrolijk. Het is op zich een weinig diepgaande wegwerptrack, maar het blijft enorm catchy. The Video Mix op de cd-single, in feite de bewerkte audioversie van de clip inclusief ‘If I want sax, I call Candy’, is wat mij betreft de definitieve versie en vangt niet zozeer de filmversie, maar wel het Joker-karakter dat in de 80s in de Batman-strips voorbij kwam het best.”

MK: “De video van Partyman was voor mij een van de grappigste die Prince ooit maakte. En nog steeds kijk ik er met een grote grijns op mijn gezicht naar. Ik hou wel van deze Prince, die zichzelf niet serieus neemt en zich grappend en grollend door de clip beweegt. Daarbij vind ik zijn ‘alter ego’ Gemini erg goed gevonden. Het laat zien waarom hij en Batman -zowel film als karakter- een goeie match zijn; Prince is inderdaad Bruce Wayne/Batman en The Joker in één. Muzikaal is het natuurlijk een niemendalletje, maar wat je zegt: het is ongelooflijk catchy. Onweerstaanbaar zelfs. Het past ook erg goed in de film. Al is het jammer dat er zo weinig Prince in Batman te horen is. Gemiste kans, vind ik.”

EK: “Het verhaal achter Vicki Waiting geeft het nummer de diepgang die een Partyman mist. Prince viel in de 80s voor de charmes van de toen nog 16-jarige Anna Garcia. Niet te verwarren met de eveneens minderjarige Mayte Garcia die zijn leven en werk in later stadium zou gaan beïnvloeden. Deze Anna wou wel meer met Prince, maar hij wachtte keurig tot zij 18 was en liet haar toen pas naar Minneapolis komen. Die situatie bezong hij in het nummer Anna Waiting, dat voor dit album in de Batman-sfeer getrokken werd het vanuit het perspectief van Bruce Wayne over verslaggeefster Vicki Vale te laten gaan. Met die achtergrond, weet je pas hoe persoonlijk zinsneden zijn als deze: ‘Talk of children still frightens me / Is my character enough 2 be / One that deserves a copy made? / This I one day, hope 2 see / Until then she’s held at bay’. Hij lijkt een serieuze relatie met langdurige toekomst te hebben overwogen. Los daarvan is het ook muzikaal een fijn nummer. Relaxed intro, tegen het einde een mooie gitaarpartij. Ondergewaardeerd Prince-nummer als je het mij vraagt. In ieder geval door mij. Die gaat binnenkort wel weer wat playlistjes halen.”

MK: “Even los van het verhaal erachter vond ik Vicki Waiting een van de betere nummers van Batman. En toen ik het voor deze bespreking weer luisterde, heb ik mijn best gedaan die achtergrond even los te laten; die kende ik als 17-jarige puber immers niet. En het is nog steeds een van de betere tracks op het album. Op zichzelf geen essentiële Prince track, maar het heeft wel de typische Prince-ingrediënten die het een fijn liedje maken: de vocalen, de ingenieuze beat, de gitaar. Maar inderdaad: met het verhaal over Anna Garcia, oftewel Anna Fantastic, in het achterhoofd krijgt Vicki Waiting veel meer lading, voornamelijk tekstueel. Het verklaart ook wel een beetje Anna Garcia’s oprechte verdriet en respect dat ze in haar Facebook posts tentoonspreidt na Prince’ dood. Het is kennelijk inderdaad niet zomaar een flirt of vrijblijvende relatie geweest. En wie had dat gedacht, dat hij zo netjes zou zijn door te wachten tot ze meerderjarig was? Al deed hij eigenlijk hetzelfde met Mayte, die ook minderjarig was toen Prince als een blok voor haar viel. Maar ik dwaal af. Zowel mét als zónder het achterliggende verhaal is deze track dus best fijn.”

EK:Trust is mij te rommelig. Het is de tweede track die in de film te horen is en als je er over nadenkt, kan je hier niet anders dan tot de conclusie komen dat Prince en de filmmakers verre van op dezelfde lijn zaten. Want ook hier had Prince eigenlijk een ander nummer aangedragen (200 Balloons) dat niet geschikt bleek voor de betreffende scène waarin Joker in een grootse ballonnenparade Gotham City onder vuur neemt. In de ruwe versie van de film zat Baby I’m A Star onder het filmsegment. Leg Baby I’m A Star naast Trust en je ziet welk een aderlating het is geweest en Baby I’m A Star is ook al geen favoriet van me. Tegen het eind kent het nummer nog een aantal start-stop-momenten die de boel onnodig rekken en mij op de zenuwen werken. Ik had gehoopt bij hernieuwde beluistering misschien een andere waardering te hebben gekregen voor het nummer, maar helaas…”

MK: “Ik ben het deels eens. Persoonlijk vind ik Trust wel een lekker nummer. Ik hou van de vaart, het jachtige gevoel. En het contrast tussen de feestelijke sfeer en de sombere tekst trekt me ook aan. Ik bedoel, het klinkt allemaal heel vrolijk, maar als je goed luistert, hoor je dat Prince zich nog steeds in Lovesexy sferen bevindt en alleen vertrouwt op God:

‘Who do ya trust if U can’t trust God
Who can U trust, who can ya?’

Knap gedaan, om zo je boodschap te verpakken. Ik kan me echter wel vinden in je mening dat het niet in de film past, en al helemaal niet in de scène waarin je Trust kunt horen. The Joker beweegt lekker mee, maar het gaat helemaal nergens over. Geen idee waarom Tim Burton niet voor 200 Balloons heeft gekozen. Niet dat ik dat wel een goed nummer vind, integendeel, dat vind ik juist wat saai. Maar in functie van de film had 200 Balloons zeker beter gepast. Blijkbaar vond Prince het wel goed genoeg en zette hij het op de B-kant van Batdance. Waar het overigens uitstekend op z’n plek is, omdat de beat hetzelfde geluid heeft als die van Batdance.”

EK:Lemon Crush is er nog eentje die ik al jaren heb ontweken. Die bevalt me nu echter beter dan ik herinner. Het heeft een beetje de sfeer van The Future, maar dan ietsjes hysterischer. Sterker nog, het bevalt me veel meer dan ik herinner! De gitaarpartij is tof en er gebeurt best veel op de achtergrond. Maar ook hier weer gaat Prince véél te lang door. De laatste anderhalve minuut net als eerder The Arms Of Orion en Trust weer vol stop-start-stop-momentjes is gewoon bloedirritant en voegt niks toe.”

MK: “Voor mij is Lemon Crush -na The Arms Of Orion– altijd het tweede skipmomentje van het album geweest. Dat ligt niet zozeer aan de muziek, want die zit wel goed. Inderdaad een beetje de sfeer van The Future. En ook wat er allemaal in de mix gebeurt, is best okee. Aan de start-stopmomentjes ligt het ook niet. Net als bij Trust vind ik dat juist wel aardig. Nee, het ligt puur aan de tekst. En dan specifiek de extreem kromme rijmelarij waar hij zich aan waagt. Die ‘valse rijm’ op Lemon Crush doet me nog steeds de tenen krommen. Wat dacht je van ‘All it takes is a little bitty / Of your ooh! pretty, pretty…’ Of nog erger, deze: ‘If I’m workin’ at my jobba / I’m the victim, U’re the robba / No matter how much I try 2 stoppa / I can’t help thinkin’ about cha…’ Brrrr, vreselijk. Ik vind dat echt creatieve armoede, en niet omdat ik copywriter ben, laat staan een taalnazi. Het is simpelweg slecht, in mijn ogen misschien wel de slechtste lyrics die hij ooit schreef. Echt, een zwaar afhaakmoment. Ook na herbeluistering.”

EK: “Grappig, ik let meestal wel op de tekst van liedjes. In dit geval is het me ook nu ik net opnieuw heb beluisterd volledig ontgaan. Nu je me daar op wijst, kan ik het niet meer ‘niet horen’. Bedankt hoor! Hahaha! Door maar weer naar Scandalous. Het zou me niks verbazen als dit nummer wederom over Anna Garcia gaat. Vooral omdat Prince refereert aan het uitstellen van de intimiteit. De ballade is er eentje volgens het Prince-boekje. Zwoel en expliciet. Het grappige is dat je op een rustige melodie als deze liefdevolle seks verwacht, maar Prince heeft er zin in, hij is het wachten beu. ‘2night why don’t we skip all the 4 play, mamma / And just get down here on the floor’. In de bijna 20-minuten durende 12 inch-versie heeft Batman-actrice Kim Basinger nog wat hijgwerk te verrichten, maar ook los daarvan is die lange versie – een suite die uit drie delen bestaat – superieur aan de albumversie die mij iets te veel ‘Prince-by-numbers’ is.”

MK: “Jaaa, die lange versie, de Scandalous Sex Suite, is werkelijk fenomenaal. Kennelijk vond Prince Scandalous de moeite waard om te herwerken en lang uit te spinnen, iets dat hij eigenlijk alleen bij nummers deed die hij zelf erg goed vond, zoals de 12” versie van America enzo. De Scandalous Sex Suite is ook geniaal, en dat komt niet door het humoristische hoorspelletje met Kim Basinger -al is dat op zichzelf erg grappig:

‘Let’s go to the bedroom.’
‘What’s in there?’
‘A window…’

De suite is geweldig omdat hij echt drie afzonderlijke hoofdstukken een eigen sfeer heeft gegeven. Het eerste deel, The Crime, is zwoel en jazzy door Basinger’s hijgerige voordracht (je zou het hierdoor de modernere versie van Serge Gainsbourg’s Je T’Aime Moi Non Plus kunnen noemen), Eric Leeds’ saxpartijen en Prince’ jazzy gitaarlicks. Het tweede deel, The Passion, is één van Prince’ meest ambitieuze en geslaagde pogingen tot vocale magie. Luister maar eens goed, je hoort twee afzonderlijke en tekstueel volkomen verschillende stempartijen parallel met elkaar, die op die manier versmelten tot één duizelingwekkend geheel. Het derde deel, The Rapture, tenslotte is opgebouwd rond een grandioze gitaarsolo. Deze begint zacht en teder, stijgt vervolgens op, maar barst uiteindelijk los in een hevig dissonerend muzikaal verwijt, alsof Prince zijn best doet bij Basinger, maar haar niet kan geven wat hij van plan was. Om vervolgens te berusten in zijn faalbaarheid, terwijl Eric Leeds troostende saxnoten speelt. En wat nog het geniaalst van alles is, is dat een performance die zo perfect op maat gemaakt lijkt te zijn voor deze suite, eigenlijk volledig uit Sheila E.’s (en door Prince geschreven en gecomponeerde) Dear Michelangelo komt, waar het veel dieper in de mix verborgen lag. Dat wil wel wat zeggen over het genie van Prince, dat hij uit een tamelijk obligaat nummer als Scandalous een volledige suite kon scheppen, tegelijkertijd kon putten uit een nummer dat hij jaren daarvoor schreef en vervolgens ‘simpelweg’ alle stukje op de juiste plek kon zetten om een naadloos geheel te creëren dat volledig natuurlijk klinkt.”

EK: “Wow, dat heb ik me nooit gerealiseerd. Ik neem aan dat het hier om de gitaarpartij gaat? Eric Leeds is niet te horen op Shela E.’s nummer. Snel Romance 1600 weer eens uit de kast trekken om het te vergelijken. Scandalous is trouwens hoe dan ook wel een belangrijk artistiek statement geweest voor Prince. Op tour t-shirts uit 1990 waarop hij de titels van de eigen discografie worden gebruikt om zijn symbool te vormen, schittert Batman door afwezigheid en staat Scandalous daarvoor in de plaats.

De plaat sluit af met de eerste single. De samplecollage die Batdance heet. Bij eerste beluistering bij mijn oma in de auto in 1989 wist ik het niet zo goed. Inmiddels ben ik Batdance wel gaan waarderen, al is het maar om de vurige gitaarsolo die er in verwerkt is en nu ik er over nadenk is het ook best een ingenieus werkje. Prince combineert samples met dialoog uit de film met samples uit een keur aan albumtracks, maar ook uit b-kantje 200 Balloons, outtake We Got The Power en het weggevallen Rave Un2 The Joy Fantastic. De verzamelde samples maken dat alle karakters samenkomen in de finale van het album. Wie de liner-notes bestudeert, ziet ook dat Prince elk nummer vanuit een bepaald karakter heeft gezongen. Genoemd The Arms Of Orion is een duet tussen Bruce Wayne en Vicky Vale, Lemon Crush is alleen ‘door’ Vicky Vale, The Future en Scandalous zijn Batman-nummers, Electric Chair, Partyman en Trust zijn Joker-nummers et cetera. De albumfinale is dus daadwerkelijk een confrontatie tussen hen allemaal, zoals in een film in de finale doorgaans ook alle stukjes op één plek vallen. Het gevecht tussen licht en donker kwam in de begeleidende videoclip mooi tot uiting door Prince die half Batman, half Joker-was. De strijd tussen goed en kwaad is hier dus een dualiteitsgevecht in Prince’ hoofd. Al is het bijzonder te noemen dat de uitkomst van dat gevecht in Prince’ hoofd in Trust verstopt zit. Het zinnetje ‘Who do U trust if U can’t trust God?’ is als enige op het hele album aan Prince zelf toegeschreven.”

MK: “Ja precies! De andere keren dat je Prince, en niet de stemmen van de karakters uit de film, hoort, worden toegeschreven aan Gemini, het half Batman, half Joker-karakter dat Prince speelt in Partyman. Goed beschouwd is dat karakter dus synoniem voor Prince’ gemoed dat ondanks de overduidelijke bekering rond Lovesexy, waarin hij definitief gekozen lijkt te hebben voor ‘het Goede’, nog steeds profane trekjes bevat. Logisch natuurlijk, een vos verleert zijn streken niet zomaar. Wat dat betreft is Batdance én het hele album geslaagd, het is in alle facetten een strijd tussen licht en donker, tussen goed en kwaad. Batdance zelf, tja. Ik blijf het een beetje een ‘mixed bag’ vinden. Ja, de gitaarsolo is fantastisch, maar voor mij redt dat het nummer niet. Hoe knap dat geknip-en-plak ook is, ik vind het gewoonweg geen Prince-track. Ik kom er ook maar niet in, hoe vaak ik het ook hoor. Conceptueel is het een goede afsluiter van het album dat ‘geïnspireerd door de motion picture’ is, maar muzikaal inhoudelijk is het bepaald niet mijn kopje thee, en vind ik het zelfs een wat zwakke afsluiter, zeker naar Prince maatstaven.”

EK: “Is het eigenlijk ook. Conceptmatig snap ik het – als gezegd – wel. Muzikaal… Mwoah… Maar goed, wat te vinden van dit album als geheel? Belangrijkst is om te constateren dat je dit eigenlijk geen soundtrack mag noemen. Eerder een album ‘inspired by the movie’. In de ruwe montage van Batman had regisseur Tim Burton 1999 in de museumscène gebruikt en Baby I’m A Star in paradescène. Toen hij Prince om toestemming vroeg, reageerde deze door te zeggen dat hij wel een heel album met exclusieve nummers wilde schrijven. Prince blijkt namelijk ook fan van de 60s tv-serie en had als klein prinsje de tv-tune geleerd op de piano. Eerder dit jaar deed hij dit bij leven en welzijn tijdens zijn eerste A Piano & A Microphone-show nog eens dunnetjes over. Die tv-tune zit in Batdance verwerkt. De rest van het album is gebaseerd op zo’n 30 minuten ruw materiaal dat Prince te zien kreeg en het gros van de nummers zit daardoor niet in de film. Slechts door het genoemde ‘in karakter’ werken en het samplegebruik, wordt nog enigszins de link gelegd. Het relatieve haastwerk waarmee het album in elkaar is gezet, hoor je er wel vanaf. Het gros van de tracks is in anderhalve maand geschreven en opgenomen, in februari en maart 1989. Diverse tracks sneuvelden omdat ze niet in de film pasten, maar een prachtig nummer als Dance With The Devil verdween de vuilnisbak in omdat Prince het zelf te duister vond.”

MK: “Dáár noem je wel even een geweldig nummer! Zó zonde dat hij het zelf op de plank heeft gelegd. In het kader van zijn bekering is dat natuurlijk logisch. Maar als je een heel album besteedt aan een strijd tussen goed en kwaad, wat Batman natuurlijk is, dan had Dance With The Devil er ook nog wel op gekund, zeker omdat het kan worden toegeschreven aan The Joker, of misschien wel aan Bruce Wayne, die immers ook worstelt met innerlijke demonen.”

EK: “Eens, dat vind ik het enige spijtige aan dat nummer. Doordat het is gesneuveld, ontbreken de liner-notes en blijft het gissen aan wie het is toegeschreven. De titel is in de film in ieder geval een terugkerende uitspraak van Jack Nicholsons Joker. Maar die bijt dat ook de piepjonge Bruce Wayne toe, dus de track zou evengoed Bruce kunnen zijn die er over na blijft denken. Alleen het feit al dat de dualiteit tussen Batman en Joker hier heel makkelijk op toe te passen is, maakt het een betere afsluiter dan de knip- en plakparade van Batdance. Batman is als album behoorlijk onevenwichtig, maar zeker niet zo slecht als het de boeken is ingegaan. Het album is redelijk de vergetelheid in aan het raken, hetgeen zijn reputatie niet ten goede komt. Op geen enkele Prince-compilatie zijn Batman-singles te vinden, live is na 1990 ook vrijwel niets meer structureel in een toursetlist opgenomen. Zonde, want een aantal tracks is absoluut het beluisteren waard. Maar ja, het album zal altijd in de schaduw blijven staan van de briljante reeks voorgangers die Prince in de jaren ’80 het levenslicht deed zien. Dat maakt Batman mijn minst favoriete Prince-album uit de jaren ’80, waar de film waarop het gebaseerd is nog altijd een van mijn favoriete 80s-films is.”

MK: “Ik ben het volledig met je eens. Ironisch genoeg is een van de meest gemakzuchtige albums van Prince ook een van de meest succesvolle albums geweest, althans in verkoopcijfers. Maar dat komt hoogstwaarschijnlijk door het succes van de film. Prince’ bijdrage is dan eigenlijk een onderdeel van de hele Batman-franchise geweest; in de slipstream van de film en het succes er van, bereikte het in veel landen de hoogste positie. Ook geholpen door de toegankelijkheid van de liedjes, denk ik. Voor velen was Lovesexy extreem moeilijk te begrijpen en door te komen, en was Batman verrassend down to earth. Wat ik overigens dan weer heel jammer vond én nog steeds vind. Lovesexy was voor mij het summum, het beste dat Prince kon maken. Ik vond het zó waanzinnig goed, dat ik na de zoveelste draaibeurt telkens verzuchtte of hij in hemelsnaam iets kon maken dat nóg beter was. Dat hij dat niet kon, even los van de snelheid waarmee hij Batman maakte, was tamelijk ontnuchterend. Het was zo… gewoontjes. Althans, vond ik toen. Nu ik Batman na zo’n lange tijd weer eens echt goed heb beluisterd, vallen me wel degelijk wat geniale dingen op die hij erg goed heeft verstopt. Tuurlijk, na alle verliezen die Prince vooral financieel maakte met Lovesexy en de tour die in het teken stond van dat meesterwerk, is het logisch dat hij even moest cashen, en dat hij mede daarom ook met een tamelijk simpele tour rondtrok in 1990 (die ook maar twee à drie Batman tracks bevatte). Maar al met al blijft het jammer dat hij zijn niveau van krap een jaar eerder niet (meer) heeft kunnen of willen halen.”


Essentiële tracks: The Future, Electric Chair, Vicki Waiting
Waardering: ** 1/2


Prince – Batman (1989)

  1. The Future (04:07)
  2. Electric Chair (04:08)
  3. The Arms of Orion (05:02)
  4. Partyman (03:11)
  5. Vicki Waiting (04:52)
  6. Trust (04:24)
  7. Lemon Crush (04:15))
  8. Scandalous (06:15)
  9. Batdance (06:13)