Review: 3121 (2006)

Na de diverse ‘internet only’ releases, was 3121 eindelijk weer een ‘echte’ Prince-plaat. Sommigen noemen het zijn beste uit de 2010s. Vindt het PurplePicks.net team dat ook?

EK: “Waar Musicology als comeback werd gepositioneerd, is 3121 in mijn ogen eigenlijk meer de comeback. Het album is hitgevoelig, divers en bevat flarden bevlogenheid die we sinds The Rainbow Children niet meer hebben gehoord. Ook bevat het minstens één klassieker wat mij betreft. Toch is het ook een album dat veel mensen – in tegenstelling tot Musicology – een beetje zijn vergeten. Hoe zou dat komen?”

MK: “Tja, waarschijnlijk omdat Prince in de jaren ’90 zo aan het klooien was met zijn strijd tegen Warner Brothers, zijn naamsverandering en de warrigheid rond de releases tot aan -pakweg- 2004, toen hij na jaren in relatieve luwte te hebben geopereerd Musicology uitbracht. Al was dat uiteindelijk toch een album dat meer in de VS werd opgepikt dan daarbuiten, niet in de laatste plaats omdat hij alleen daar tourde. Okee, de One Nite Alone Tour was ook een Europese aangelegenheid, maar dat was toch meer een tour voor de fans dan voor het grote publiek.”

EK: “Het zal ook deels met de promotie rond 3121 te maken hebben. Prince besloot niet op tour te gaan rond dit album en verkoos een residentie in Las Vegas. Universal – dat dit album uitbracht – was naar verluidt niet heel blij en schroefde hun promotionele werk terug.”

MK: “Dat begrijp ik wel. Temeer omdat Prince naast die residency wel degelijk op tournee ging, maar dan met Támar -als gitarist van haar begeleidingsband nota bene! Over opereren in de luwte gesproken zeg… Tamelijk onbegrijpelijk en vooral ook heel on-Princiaans.”

EK: “Voor Nederland was het wel bijzonder dat de op Sjakie en de Chocoladefabriek geïnspireerde actie waarbij je een ‘golden ticket’ (in Prince’ geval paars natuurlijk) voor een privé-optreden kon winnen. Nederland was het enige land ter wereld naast Amerika en Japan waar deze prijs beschikbaar was. Een triviaal weetje uit – let op, nu volgt een schaamteloze plug – mijn boek Prince: The Dutch Experience: toen de Nederlandse winnares eenmaal bekend was, stokte de verkoop van het album in Nederland van de ene op de andere dag.”

MK: “Haha, dat is wel bizar, dat wist ik niet. Die actie kan ik me nog wel herinneren. Maar ik had niet bepaald de indruk dat dat de verkoopcijfers aanzienlijk omhoog stuwde.”

EK: “Maar goed, het album dus. Heb het al een tijd niet meer gehoord, maar het zit vrij goed in mijn geheugen omdat ik het veel gedraaid heb. Dus deze luisterbeurt is wat minder ‘fris’ dan andere herbeluisteringen die we hebben gedaan.”

MK: “Voor mij was het wel weer tamelijk fris. Ik heb het na de release veel gedraaid, maar dat stokte een klein half jaar wel een beetje. Toen greep ik als vanzelf weer terug naar zijn oude werk en bootlegs. Zonder 3121 tekort te doen, overigens, want ik vind het nog steeds wel een van zijn beteren van de jaren ’00.”

EK: “De opener is in ieder geval een lekker funky geheel waarin de luisteraar wordt verwelkomd in Prince’ huis. Rond het midden van het vorige decennium leek hij Minneapolis toch wel eventjes achter zich te hebben gelaten. Hij heeft tussen 2005 en eind 2009 bijvoorbeeld geen shows in Paisley Park gedaan, hij had zijn kamp volledig naar de Amerikaanse westkust verplaatst, met aanvankelijk de residenties in Hollywood die hij zelf de naam 3121 heeft gegeven als uitvalsbasis. Dat waren er meerdere, eentje op 3121 Mulholland Drive (daar komt de naam vandaan) en later eentje op 1235 Sierra Alta Way. Later werd het Las Vegas voor genoemde reeks shows. Hoe dan ook, het nummer geeft een knipoog naar de Eagles-klassieker Hotel California (‘U can come if U want 2, but U can never leave’) en met de begeleiding van NPG-oudgedienden Sonny Thompson op bas en Michael Bland op drums, voelt het nummer als een warm bad. De groove is enigszins wankel, maar dat is juist de kracht. Het geeft de opener iets hypnotiserends. Fijne binnenkomer.”

MK: “Ik vind het meer dan ‘fijn’. Voor mij is het direct een van de prijsnummers van het album. En in mijn optiek een van de betere nummers die hij ooit opnam, overall gezien bedoel ik. Dat komt denk ik inderdaad door die ‘drunk beat’, maar vooral doordat hij ouderwets de Prince-trukendoos opentrekt en er vervormde stemmen, wervelende gitaarlicks met psychedelische effectenen een diep grommende bas ingooit. Het NPG powertrio van weleer rockt de funk hard, zeg maar, direct gericht op de onderbuik. Het stuwt, pulseert, hypnotiseert en intrigeert. En geeft een mooie beschrijving van een bacchantische party, waarvan je hoopt dat het er zo aan toe ging in zijn huis aan 3121 Mulholland Drive. Fenomenaal nummer dit.”

EK: “Het springerige Lolita voel ik vervolgens ook wel. Poppy, funky en de tekst is lollig. Prince heeft altijd iets gehad met (te) jonge meisjes en naar mate hij ouder werd, werd dat natuurlijk steeds potsierlijker. Over wie het nummer gaat is niet duidelijk. ‘Lolita U’re sweeter but U’ll never make a cheater out of me’, zo kirt Prince, die rond de release van het album aan het scheiden was van Manuela Testolini (18 jaar jonger) en naar verluidt ‘iets’ had met nieuwe protegé Támar Davis (die hij in 1994 voor het eerst ontmoette toen ze 14 was en te horen kreeg dat ze ‘als ze ouder was’ mocht terugkomen). Dat hij het zelf adresseert vind ik geinig, enige zelfreflectie blijkt hem toch niet vreemd te zijn, al hoor je dat normaliter amper in zijn muziek. De hook is aanstekelijk, maar wat ik jammer vind is dat de lelijke synths domineren. Denk je dit nummer eens in met echte blazers. Wow!”

MK: “Dat ben ik zeker met je eens. Maar toch vind ik die synths wel werken hoor. Het doet me daardoor behoorlijk denken aan The Time. Met het verschil dat Prince zich met zijn werk voor The Time profileerde als onverzadigbare geilneef (al leek het dat Morris Day dat was) maar nu inderdaad zelf beseft dat het jagen op jonge meisjes een beetje weird gaat worden op zijn leeftijd. Hij lijkt zowaar zelfs volwassen geworden; de verleiding is dan wel groot, maar als hij ‘Lolita’ heeft gevraagd wat ze wil doen -en zij ‘whatever U want’ antwoordt, stelt Prince voor om te gaan dansen. Uh?”

EK: “In feite is 3121 gecalculeerd formulewerk. Net als op zijn meest succesvolle albums (Purple Rain, Diamonds And Pearls) wordt na tweemaal hard blazen even gas teruggenomen voor een ballade. Te Amo Corazón heeft (zoals de titel al doet vermoeden) een Spaans/Mexicaanse sfeer en dat is niet echt iets waar ik heel warm van word. Er zit een beetje een bossa nova ritme in. Tsja… opvallende single overigens, ik voel de hitpotentie niet zo. Het werd dan ook niet echt een hit. Grappig dat in de credits de blaassectie uit de One Nite Alone… Tour (inclusief Candy Dulfer) vermeld staat, terwijl ze er niet op meedoen. Maar dat terzijde. Is dit trouwens de eerste keer dat Prince een niet-Engelstalige titel gebruikt in zijn oeuvre?”

MK: “Als je Lolita niet meetelt, wel denk ik, haha. Maar serieus, volgens mij is dat inderdaad de eerste keer. Dat op zichzelf vond ik al zeer opvallend, maar dat geldt zeker ook voor het nummer zelf. Nu heeft hij wel eerder met wat Latin-achtige elementen geëxperimenteerd, maar volgens mij nog nooit een nummer uitgebracht -laat staan als single- dat zó’n Latijns-Amerikaanse sfeer ademt. En eigenlijk vind ik het best okee, zeker door de extra (hout-)blazers en strijkers, die er dan weer een wat meer Europees tintje aan geven. Als single voel ik het ook niet zo, maar dat vind ik dan aan de andere kant weer een typische zet die alleen Prince kan maken. Al heeft het niet geholpen om 3121 een boost te geven, daar is het een te on-Princiaans nummer voor, in mijn optiek.”

EK: “Snel door naar wat in mijn ogen de echte klassieker is op deze plaat; Black Sweat. Goed, het is helemaal Prince volgens het boekje. Kale funk, kopstem, minimale beat met maximaal effect. In feite is het Kiss 2.0, alles wat zo goed is aan die track uit 1986 is twintig jaar later schaamteloos hergebruikt met een hypnotiserende en direct in je hoofd nestelende synthpartij waar in Kiss het kale gitaartje de hoofdrol had. Maar verdorie zeg, wat is het aanstekelijk en goed. Wat mij betreft de beste Prince-track uit de ‘zeroes’. Inmiddels zijn we alweer elf jaar verder en klinkt het nog steeds tintelfris.”

MK: “Volledig met je eens. Ik denk zelfs dat als Prince dit nummer als eerste single had uitgebracht, dat het dan wél beter met 3121 was gegaan. Dit is namelijk de Prince die iedereen kent én wil horen, gezien de nog steeds mateloze populariteit van Kiss. Black Sweat is minstens zo onweerstaanbaar, zelfs Prince zelf denkt er zo over:

‘I don’t wanna dance 2 hard / But this is a groove’

En wat voor eentje. Een groove die dreigt en broeit. Eentje om je inderdaad van in het zweet te werken. Heerlijk gewoon.”

EK: “Op Incense And Candles doet Támar haar intrede. Ik ben er niet dol op. Broeierige R&B met autotune. Waarom? Het geeft de track een tamelijk plastic gevoel mee. Juist een artiest als Prince zou toch iets meer moeten kunnen doen met een hulpmiddel als autotune? Het gebruik maakt het echter een eng gewoontjes/generiek nummer.”

MK: “Ook hier ben ik het volledig met je eens. Toen ik het album net had, was het na eerste beluistering direct een skipmomentje. Niet alleen door de -volgens mij toendertijd zwaar in zwang zijnde- autotune -bedankt, Cher- maar vooral ook omdat het sowieso een schrikbarend middelmatig nummer is. Alsof Prince zelf ook dacht: misschien is het nog te redden door er een autotune in te gooien. Helaas, het blijft –excusez le mot– kut met peren. Ik vind eigenlijk dat Támar niet bepaald het beste in hem naar boven haalde, ik heb nooit goed begrepen wat hij in haar zag en wat hem bezielde zoveel energie in haar te steken (maar dat begreep ik eigenlijk in het geval van Carmen Electra ook niet, op haar looks na). Okee, Red Headed Stepchild is een aardig nummer, maar ik denk dat hij het zelf ook net op tijd inzag, gezien het niet uitbrengen van haar album. Maar ik dwaal af, sorry.”

EK: “Dan is de electrofunk van Love (waarop Támar ook mee doet) alweer een step de goede kant op. Prince klinkt geïrriteerd in het nummer en wellicht is het een reactie op zijn zojuist stukgelopen huwelijk. Ik vind met name de coupletten erg prettig om naar te luisteren, de beat is dwingend, de elektronische geluidjes die er doorheen zijn verweven trekken je oorschelp dichter naar de speakers en je wordt snel meegezogen in deze aantrekkelijke track. Om er tijdens het mij net iets te zoete refrein (vanaf ‘like a bird flying over the hilltop’) direct weer een beetje uitgeduwd te worden. Over de hele linie desalniettemin een prima track.”

MK: “Vind ik ook. Dat komt voor mij met name door het geluid van de drum(s)computer, die me in de verte wat doet denken aan Pheromone. Alleen tja, jammer van Támar, haha. Maar nee, daarmee doe ik de track tekort. Ondanks haar aanwezigheid vind ik het ook een prima nummer met een fijne energie.”

EK: “Op Satisfied zijn de eerder genoemde (maar toen onhoorbare) blazers wel van de partij en ze zijn aangetreden om van Satisfied een zwoel geheel te maken. Het is mij echter iets te berekenend deze track. Alle ingrediënten zijn er, maar het gevoel mist op een of andere manier. Dan had ik die blazers liever op Fury gehoord, wat die ronkende rocker met zijn furieuze gitaarwerk kan juist wel wat pit gebruiken. Het is op zich een fijne track en toen ik het in 2006 voor het eerst hoorde, was ik er direct dol op. Maar de synths maken het bij beluistering in 2017 ineens tamelijk gedateerd. Terwijl dit een tijdloze rocker had kunnen zijn als hier echte blazers waren gebruikt.”

MK: “Het wordt wat saai misschien, maar wat Satisfied betreft ben ik het ook weer eens. Berekenend is het goede woord, ik zocht al naar wat er mis is met deze track. Op eerste gehoor niet zo heel veel, maar Prince heeft veel betere (zwoele) ballads gemaakt. Het verschil is dat die ballads altijd een randje hadden, iets waar je je vinger nooit echt op kon leggen, maar wat het wel typisch Prince maakte. En dat ontbreekt op Satisfied. Ook dit is weer te gewoontjes, zeker naar Prince-maatstaven. Een ballad die bij wijze van spreken door Take That gemaakt had kunnen worden. In plaats van ‘Prince uit het boekje’ lijkt Satisfied helaas uit het ‘standaard R&B ballad’-boekje geplukt.

EK: “En wat vind je van Fury dan?”

MK: “Ook daar ‘mist’ iets. Dat kunnen inderdaad blazers zijn, maar ik denk eerder dat het té geproduceerd is. Als je de albumversie vergelijkt met de live-versie die hij speelde tijdens Saturday Night Live, pfff, dat is een wereld van verschil. Live vlamt en schroeit het, niet in de laatste plaats door Prince’ waanzinnige sologitaarwerk en passionele, bijtende zang. De passie spat daar werkelijk vanaf. Maar als studioversie is het toch wat vlakjes. Dat is wel vaker zo bij Prince’ muziek, maar in dit geval doet het echt afbreuk aan het nummer. Had de SNL versie op plaat gestaan, dan was het een instant klassieker geweest. Maar juist door die live-versie skip ik meestal de albumversie. Terwijl het nummer dat eigenlijk niet verdient.”

EK: “De finale gebruikt Prince om zijn geloofsovertuiging uit te dragen. Dat doet hij op The Word nog best aanstekelijk ook en niet echt op een ‘in your face’ manier. De tekst is overduidelijk, maar als je er omheen wil luisteren dan kan dat ook enigszins. De elektronische beat in combinatie met goed geplaatste akoestische gitaarlicks werkt best aardig. Dit is echter een nummer waarin mij vooral Prince’ stem opvalt. Het is heel mooi gezongen, met fijne koortjes in de refreinen om de stem te accentueren.”

MK: “Ook ik vind The Word een prima nummer. Aan de titel leid je vrijwel direct af dat het over zijn geloof gaat, dat hij het ‘Woord van God’ uitdraagt. Maar wat je zegt, dat doe hij tamelijk subtiel. Geen ‘Love is God, God is love’ chants zoals op Anna Stesia dus. Subtiel is ook de instrumentatie, zoals jij al aanhaalt. Op de een of andere manier doet The Word me denken aan ‘I Belong Tou You’ van Lenny Kravitz, van diens album ‘5’ uit 1998, vooral de intro met de belletjes op de 1 en 3, zij het dat The Word een tikkie sneller is in tempo. Hoe dan ook, voor mij is The Word een van de hoogtepunten van 3121, met name door de subtiliteit waarmee Prince ‘het woord’ verkondigt -en zeker ook door zijn voordracht, die wat hees en omfloerst klinkt. Misschien door de ‘exhaltation’ waar hij in het begin over zingt?”

EK: “Het wordt gevolgd door een nummer dat wederom over het geloof gaat, maar dan in meer algemene zin en niet vanuit een vastomlijnde doctrine. Prince haalt weer eens het Adam en Eva-verhaal van stal om zijn punt te maken, zoals hij dat al vele malen eerder in zijn werk heeft gedaan. Het nummer is verder niet heel boeiend en de aanwezigheid van Támar (die hier voor het eerst een ‘featuring’ op haar naam krijgt ook al was ze eerder al te horen) vind ik ronduit storend. Slechte rap van haar kant halverwege, cheesy productie in het algemeen. Wat mij betreft de minst memorabele track op 3121.”

MK: “Ik heb er niks aan toe te voegen. Beautiful, Loved And Blessed zal bedoeld zijn als empowerment song, maar ik zou er niet bepaald geïnspireerd door raken. Jammer ook, dat het meteen de impact van The Word afzwakt. Dit had wat mij betreft beter op Támars album mogen staan, dan was het tenminste niet officieel uitgebracht. Of ben ik nu te hard?”

EK:The Dance breekt even uit het religieuze thema dat in de finale domineert en is er weer eentje waar voor mij de vocalen de grote plus zijn. Prince is gefrustreerd dat zijn beoogde liefje liever vrienden wil zijn en gaandeweg uit die frustratie zich in een kermende en fantastisch krijsende Prince. Hij heeft dat weleens beter gedaan (The Beautiful Ones) maar ook hier gaat het bij mij wel door merg en been. Jammer dat het nummer zelf qua melodie en opbouw niet zo fantastisch is. Dat had de impact vergroot. Maar die stem… wow!”

MK: “Nou, ik vind de melodie en opbouw juist wel dik in orde. Dat terugkerende, repetetieve pianomelodietje is dreigend en haast bezwerend, ook geholpen door teksten als deze:

‘Eye never want 2 feel this way again
If eye can’t be Ur lover eye don’t wanna be Ur friend, no
Eye don’t wanna be friends, no
Eye don’t want 2 give U my love’

Om uiteindelijk via eerst een latinjazz-achtige pianosolo tot een vocale uitbarsting te komen, waarin Prince zijn ‘cool’ verliest en inderdaad zijn frustratie op de toppen van zijn longen uitschreeuwt door de dame tegen wie hij zingt van alles venijnig toe te bijten:

‘Baby, how U gonna really just stand there
And act like U don’t want this, baby?
[…]
Oh baby, eye can find another just like U anywhere
Oh baby, they might not have Ur hips, girl
Or that pretty hair
At least they won’t spend all day in the mirror
Trying 2 find something 2 wear
[…]
It’s just not fair, it’s just not fair!’

Werkelijk prachtig, die opbouw en climax. Tuurlijk, de climax en het gekrijs op The Beautiful Ones zijn onnavolgbaar. Maar The Dance benadert het wel flink hoor. Bovendien is deze versie van The Dance wat mij betreft talloze malen beter geslaagd dan de versie die Prince al op The Chocolate Invasion uitbracht.”

EK: “Afsluiter Get On The Boat is er weer eentje die op het geloof teruggrijpt. Met de blazers weer in vol ornaat terug en de boodschap is duidelijk. Wie niet aan boord komt, die redt het niet. Zoek naar de waarheid om vrijheid te kennen. Dan kan je zuur doen en zeggen ‘weer zo’n Jehovahs’s Getuigen deuntje’, maar dat ondervangt Prince zelf al door te stellen ‘What’s the harm in listening 2 the hopeful words we say?’ en daar heeft hij wel een punt. I Would Die 4 U heeft ook en zwaar christelijke boodschap, om van het meeste materiaal op Lovesexy nog maar te zwijgen. Wat is eigenlijk het verschil als het op deze manier wordt aangepakt en niet zo radicaal als op The Rainbow Children? Afijn, als we het toch over die laatste hebben, Get On The Boat had daarop niet misstaan, al is het er misschien ook wel iets te frivool voor. De blazers zijn aanstekelijk, maar de funky fuif die Get On The Boat zou moeten zijn, kabbelt mij te lang door.”

MK: “Mij ook. Ik heb niet zo gek veel met Get On The Boat. De blazers geven het een feestelijk gevoel, maar het is mij iets te hosanna allemaal. En het is toch wat middelmatige funk, ik ‘voel’ die funk gewoon niet zo. Dan heb ik toch liever de deep funk van 1+1+1=3, zelfs al is die vanuit een meer extreme kant van de Jehova doctrine geschreven. Get On The Boat mag dan minder stichtelijk zijn, maar door de iets te vrijblijvendheid van de muziek beklijft de boodschap toch ook niet echt.”

EK: “Thematisch vind ik de finale (drie van de vier nummers gaan over geloof) een beetje vreemd ten opzichte van de start waarin Prince je als luisteraar zijn huis binnenlokt. Maar als album vind ik 3121 een prima release. Samen met The Rainbow Children wat mij betreft de beste uit de periode 2000 – 2010. Goed, het is niet altijd even consistent, maar ik vind 3121 gewoon een degelijk, goed Prince album. Met één echte uitschieter, veel gewoon heel prima nummers die de sporadische uitschieter naar beneden prima kunnen opvangen.”

MK: “Je zou natuurlijk kunnen zeggen dat juist die finale -en de opmaat er naartoe- een sluwe truc is van Prince. Je wordt eerst naar zijn huis gelokt, je viert onbezorgd een feestje, je ontmoet een paar leuke dames, je danst wat. En aan het eind van de avond haalt Prince zijn bijbel tevoorschijn, gaat hij -terwijl je ondertussen nog gefrustreerd raakt door de mooiste dame in het huis- het gesprek met je aan over God, geloof en verlossing, en probeert hij je ervan te overtuigen mee te gaan op de boot naar Verlossing. Maar goed, waarschijnlijk overanalyseer ik, en is 3121 inderdaad gewoon een fijne Prince-plaat met een paar echte hoogtepunten en helaas ook een aantal missers met daarin vooral een rol voor een op het eerste gezicht veelbelovende protégé. Die gelukkig niet de overhand hebben.”


Essentiële tracks: 3121, Black Sweat, The Dance
Waardering: ***


Prince – 3121 (2006)

  1. 3121
  2. Lolita
  3. Te Amo Corazón
  4. Black Sweat
  5. Incense And Candles
  6. Love
  7. Satisfied
  8. Fury
  9. The Word
  10. Beautiful, Loved And Blessed (feat. Támar)
  11. The Dance
  12. Get On The Boat